De Chinese munt ligt onder vuur. De renminbi bereikte dinsdag het laagste punt in bijna een jaar. In de zomer van 2015 leidde een scherpe daling van de munt tot paniek op financiële markten. Zover komt het deze keer niet.
De handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China laat zich de laatste weken steeds steviger voelen op valutamarkten. De renminbi is sinds half juni met ruim 4% gedaald ten opzichte van de dollar. Dat is een flinke beweging voor een munt waarvan het koersverloop gecontroleerd wordt door de lokale overheid.
Die controle zorgt er overigens voor dat de renminbi niet harder onderuit is gegaan. Dat gebeurde bijvoorbeeld wel met de aandelenmarkt, waarop de regering een veel minder stevige greep heeft. Op de beurs van Shanghai zijn de beurskoersen al met 16% terug gevallen.
Goede balans
Het is nu zaak dat de Chinese overheid een goede balans vindt met het begeleiden van de glijvlucht van de renminbi. Als de munt te snel daalt, ligt een herhaling van de paniek uit augustus 2015 op de loer. Indertijd zette de Chinese centrale bank de munt binnen twee dagen ongeveer 4% lager.
Die onverwachte beweging zette de schijnwerpers op de grote kapitaaluitstroom, die de economie van het land dreigde te ontwrichten. De zorgen sloegen indertijd over naar westerse beurzen, die met soms met 5% of meer onderuit gingen.
Fout vermijden
Het heeft er alle schijn van dat China die fout niet nog een keer wil maken. Yi Gang, de voorzitter van de Chinese centrale bank, heeft dinsdag beloofd om de wisselkoers ‘stabiel te houden op een redelijk en gebalanceerd niveau’. Na dit bericht veerde de munt met bijna 1% op. Aan de andere kant is een stijgende renminbi ook weer niet helemaal in het belang van het land. Met het oog op de handelsdrempels die de Amerikaanse president Donald Trump opwerpt, is een wat goedkopere munt wel zo prettig om de export een zetje in de rug te geven.
De economische maatregelen die China de afgelopen jaren neemt, wijzen erop dat het land minstens vijf jaar vooruit denkt. Het verdedigen van de belangen op die termijn is veel belangrijker dan een eventuele morele overwinning in de huidige handelsoorlog. Hoewel China uiteraard gezichtsverlies wil vermijden, kan het zich permitteren om niet heel scherp de confrontatie te kiezen. De economie wordt namelijk steeds meer gedreven door binnenlandse consumptie in plaats van door de exportsector.
Ammunitie voor Trump
Het meest waarschijnlijke scenario is dat China de renminbi heel langzaam en geleidelijk iets verder laat dalen. Daarmee krijgt de exportsector iets meer lucht, terwijl Trump zo geen nieuwe ammunitie krijgt voor het nemen van nieuwe handelsmaatregelen. De laatste weken is de renminbi aan het wankelen, maar de Chinese overheid gaat de munt niet laten vallen.