De helft van de benodigde investeringen in aardwarmte tot 2050 voor tuinbouw kan er door risico’s niet komen. Daarvan gaat Berenschot uit in haar ‘essay over de financiering van de Energietransitie tussen 2020 en 2050’.
Voor geothermie wordt de benodigde investering tot 2050 geschat op €4 miljard. Tot 2030 gaat het om €1 miljard, maar de risico’s aan dergelijke investeringen kunnen ertoe leiden dat maar de helft van de investering doorgaat (€2 miljard). De analyse volgt op gesprekken met bestuurders uit de financiële sector.
Onzekerheid
De onderzoekers noemen de techniek voor geothermie voor een belangrijk deel nog altijd onzeker, met bovendien een onzekere cashflow tegen relatief weinig onderpand. Daarentegen gaat het om een relatief beperkt bedrag. Voor de industrie is bijvoorbeeld een investering van €53 miljard voorzien in de energietransitie. Ook daarvan is een groot deel mogelijk te risicovol of onrendabel (€40 miljard).
Of de onderzoekers ook de nieuwe rol van het overheidsorgaan EBN hebben meegenomen als participant in geothermieprojecten is niet duidelijk. Die nieuwe rol van EBN in deelname en kennisdeling verkleint immers financieringsrisico’s.
Warmtenetten
Ook voor de aanleg van warmtenetten ziet Berenschot financieringsrisico’s, zodat investeringen niet rendabel zijn. Ook onder de nieuwe warmtewet is dat het geval. “Het is twijfelachtig of met de hoge investeringen die voor warmtenetten moeten worden gedaan, er een navenant hoog tarief in rekening kan worden gebracht dat ervoor zorgt dat een warmtenet geen onrendabele top heeft.”
Voor warmtenetten is tot 2050 circa €32 miljard aan investeringen nodig, vooral voor het verwarmen van huizen en kantoren.