Zeven lessen uit agrarische afzetketens

Agrarische sectoren kunnen nog veel van elkaar leren over hoe zij hun afzet in ketens organiseren. Dat concludeert ABN-AMRO in een studie en zet zeven lessen op een rij.

Agrarische sectoren presteren heel verschillend. En als je goed gaat kijken hoe elke sector de afzetketen inricht en hoe boeren en tuinders zich daarbinnen positioneren, dan valt er veel van elkaar te leren. Sectoren zouden kunnen proberen iets te doen met een succesvolle aanpak van andere sectoren.

Dat is de kern van een rapport van ABN-AMRO waarin de afzetketens van een aantal agrarische sectoren – van melkveehouderij, via snijbloemen tot en met de visserij – onder de loep worden genomen. De bank vat de conclusies in zeven lessen samen:

1. Hoe langer de afzetketen, hoe lastiger het is te communiceren. Door je te bundelen met een merk of in een telersvereniging kun je makkelijker relaties opbouwen met grote afnemers.
2. Je moet zicht hebben op de vraag in de markt. Dan kun je de productie daarop afstemmen. Daar ontbreekt het nog aan in veel sectoren.
3. Je onderscheiden met kwaliteit of bijvoorbeeld duurzaamheid vergt een goede controle. Veel ketens leunen zwaar op export. Niet alle exportmarkten zitten te wachten op concepten of toegevoegde waarde.
4. Bulk is nog steeds belangrijk, maar wordt meer en meer vervangen door concepten waarmee producenten zich kunnen onderscheiden. Je uitwisselbaarheid neemt dan af en dat geeft kansen het rendement te verhogen.
5. Een goed imago is belangrijk, bijvoorbeeld om groeiruimte voor bedrijven te krijgen, en daarom moet je goed communiceren met de samenleving.
6. Samenwerken vraagt om een goede balans tussen samen doen en zelfstandig blijven. Zelfstandigheid is belangrijk om snel te kunnen inspelen op veranderingen en te innoveren.
7. Ondernemers die samenwerken bij het vergaren van kennis kunnen daarmee een voorsprong opbouwen en sneller inspelen op veranderingen.

> Download het rapport ‘Leren van collega’s in andere afzetketens’ van ABN-AMRO