Zes bedrijven zijn gecertificeerd als ’erkende verwerker invasieve exoten’. Dit meldt de BVOR, de Branche Vereniging Organische Reststoffen.
De BVOR heeft in september 2015 het certificaat ’Erkende verwerker invasieve exoten’ gelanceerd. Composteerders met dit certificaat maken plantresten van Japanse duizendknoop reuzenbereklauw, reuzenbalsemien en grote waternavel volledig onschadelijk, waardoor verdere verspreiding van de exoot wordt voorkomen.
Onkruidkiemtoets
De eisen die de BVOR heeft opgesteld, zijn gelijk aan die uit de Beoordelingsrichtlijn Keurcompost. Daarnaast gelden een aantal specifieke eisen, zo moet de ’erkende verwerker invasieve exoten’ in plaats van twee, vier keer per jaar een onkruidkiemtoets doen. Verder moet de composteerder zijn bedrijf zo inrichten dat herbesmetting van de compost met onkruidzaden en plantpathogenen te allen tijde wordt voorkomen. De eisen in het schema zijn door de BVOR afgestemd met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en experts van Wageningen Universiteit.
Landelijk dekkend netwerk
Met het certificaat komt de BVOR tegemoet aan de wens van terreinbeheerders plantenresten van invasieve exoten op een verantwoorde wijze onschadelijk te maken. Het certificatieschema moet leiden tot een landelijk dekkend netwerk van ’erkende verwerkers’, vergelijkbaar met het succesvolle schema voor de verwerking van ziek iepenhout.
De zes bedrijven zijn:
Van Berkel Biomassa & Bodemproducten, met twee vestigingen, in Uden en Veldhoven
Den Ouden Groenrecycling in Haps
Van Iersel in Biezenmortel
Innovarec in Westdorpe
Groenrecycling De Breekhoorn in Lijnden