Vruchtboomkwekers maken zich grote zorgen over de toekomst. Ze vrezen dat hun teelten zelfs niet meer mogelijk zijn als gevolg van allerlei aangescherpte regelgeving. Dit bleek vrijdag op de jaarvergadering van de LTO-Cultuurgroep voor fruitgewassen.
„Ze maken het ons zeer moeilijk”, zei voorzitter Pieter van Rijn over beleidsmakers in Den Haag en Brussel. Hij vroeg zich bijvoorbeeld af waar de heretikettering van gewasbeschermingsmiddelen eindigt.
De voorgestelde verscherping van het mestbeleid is ook een punt van aandacht, aldus Van Rijn. „Ze willen de stikstofgebruiksnormen in het zuidelijk zand- en lössgebied met 20% verlagen, en de werkingscoëfficiënt van drijfmest verhogen naar 80%. Of dit doorgaat of niet, hangt hopelijk af van onze inzet.”
De voorzitter hield een pleidooi voor de LTO-belangenbehartiging en collectieve financiering van onderzoek. „We mogen blij zijn met LTO, en koesteren dat we deze organisatie nog hebben. Er is kritiek op LTO, maar daar bereik je niets mee.”
Door het verdwijnen van het Productschap Tuinbouw moeten vruchtboomkwekers zoeken naar andere wegen van collectieve financiering. „We kunnen niet zeggen: ‘Er zijn geen problemen meer’ en ‘We hebben geen onderzoek nodig’.”
Onderzoek blijft juist broodnodig, aldus Van Rijn, bijvoorbeeld op het gebied van nieuwe rassen waarvan vermeerderingsmateriaal via de Vermeerderingstuinen Nederland beschikbaar kan komen.
Hij verwees naar de export, waarvan de kwekers grotendeels afhankelijk zijn. Ze willen zich focussen op verre afzetgebieden als China en India, maar: „We moeten daar rekening houden met meer sterke concurrentie uit het buitenland. Chinezen zijn bijvoorbeeld al bij vruchtboomkwekers in Italië en Frankrijk geweest.”
„We hadden internationaal een voorsprong met ons Naktuinbouw-certificaat, maar de waarde hiervan wordt steeds minder. We moeten gaan nadenken over hoe we onze exportpositie kunnen handhaven.”