Voorman verwacht betere exportpositie Nederlands bos- en haagplantsoen

Bos- en haagplantsoenvoorman Bart Faassen verwacht een belangrijkere positie voor Nederlandse kwekers op de exportmarkt.

De Nederlandse bos- en haagplantsoenproductie is de laatste jaren wel afgenomen. „Maar in het buitenland zit nu nog veel minder productie”, zei Bart Faassen, voorzitter van de LTO Cultuurgroep bos- en haagplantsoen op de gezamenlijke jaarvergadering met de laanbomencultuurgroep, donderdag in Echteld.

„Dus onze positie wordt belangrijker, zodat onze producten door heel Europa kunnen gaan”, aldus Faassen. Hij stipte wel een probleem aan: herkomsten. „Buitenlandse afnemers vragen wel 100 verschillende herkomsten. Maar, kijkend naar onze kwaliteit, maken Nederlandse kwekers een goede kans dat die afnemers bij ons uitkomen.”

’Weinig kwekers bezig met gebiedseigen’

Faassen noemde gebiedseigen herkomsten, die vanaf 2020 wettelijk toegepast moeten worden in het Duitse landschap. „Weinig kwekers zijn ermee bezig. En je zou verwachten dat gebiedseigen planten meer opbrengen, maar veel duur gekweekte zaden van een speciale herkomst komen ergens anders terecht voor de prijs van een normale plant. Dat is jammer.”

De voorzitter constateerde wel dat de afzet van bos- en haagplantsoen aan het verbeteren is. „De prijzen staan niet meer zo onder druk. Die weg is bos- en haagplantsoen wel ingeslagen. Maar het geldt nog niet voor al onze producten.”

 

 

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties