Per 2017 is de wettelijke definitie gewijzigd van uitzonderingsgebieden waar meidoorn aangeplant mag worden, ook al zou er bacterievuur worden aangetroffen.
De uitzondering geldt voor ’gebieden van bijzondere landschappelijke waarde’, zoals het Maasheggengebied bij Boxmeer. De nieuwe definitie wordt: ’Gebieden waar meidoorn landschappelijk een bepalende rol speelt’.
Gerben Mellema, manager keuringen Naktuinbouw, meldde de naamswijziging op de jaarvergadering van de LTO-Cultuurgroepen bos- en haagplantsoen en laanbomen. „Om eenduidig te hebben vastgelegd waar de uitzonderingsgebieden zijn, en om nieuwe percelen veilig te kunnen inplanten met waardplanten van bacterievuur.”
Mogelijk andere status
In de toekomst zit er wellicht nog een wijziging aan te komen. In de aankomende EU-verordening Plantgezondheid verandert de quarantaine-status van bacterievuur mogelijk in de RNQP-status: Regulated Non Quarantaine Pest. „Dan is het geen quarantaineziekte meer, maar een soort zware kwaliteitsziekte, met een nultolerantie of een bepaald tolerantieniveau voor planten die in het handelsverkeer worden gebracht.”
Wat het effect dan op de bufferzones voor bacterievuur is, is volgens Mellema nog onbekend. Hij riep kwekers van waardplanten op: „Wees zuinig op uw rol en houd de bacterievuurregeling vrijwillig in stand. Want weg is weg.”