Net in de week dat ik mijn omslagverhaal over duurzaam uitgangsmateriaal schrijf, lees ik op de website van LTO Glaskracht Nederland een nieuwsitem met als kop: Onderzoek ‘Teelt moerplanten chrysant in Nederland haalbaar?’ Het bericht is achter een ’slotje’, zodat ik het volledige bericht niet kan lezen. In de korte tijd die me rest tot mijn deadline weet ik ook niet meer informatie te achterhalen. Te raadplegen bronnen geven op de korte termijn even niet thuis.
Uitgaande van de kop is blijkbaar de vraag gerezen of chrysantenstek uit Nederland wellicht schoner te kweken is dan stek uit Afrika. Het continent waar de moerplanten voor chrysantenstek voor de Nederlandse markt worden geteeld. Begrijpelijk dat alles uit de kast wordt getrokken om de hardnekkigste plaag in chrysant te bestrijden: namelijk trips.En niet alleen in chrysant.
Tijdens mijn reis naar Ethiopië en Kenia begin november op uitnodiging van Florensis is ook op de kwekerijen van dit vermeerderingsbedrijf van onder ander eenjarige zomerbloeiers trips het grootste probleem. Met geïntegreerd bestrijden weten ze het plaaginsect over het algemeen goed onder de duim te houden. Bijkomend voordeel is dat als trips onder controle is, dit met biologie ook vaak op gaat voor wittevlieg, mijten en luizen. Sowieso vormen schimmels een minder groot probleem en zijn makkelijker met biologische middelen te tackelen.
Schoon uitgangsmateriaal is wat kwekers willen en wat vermeerderaars willen bieden. Dat zal op een duurzamere wijze moeten worden geproduceerd. Deels noodgedwongen, deels omdat de overtuiging in de gehele keten groeit dat dit de juiste weg is om in te slaan.
De opinie staat in het Vakblad voor de Bloemisterij nr. 49 van 7 december 2018. Het vakblad digitaal lezen: kijk op mijnbloemisterij.nl.