In de loop van de eerste beursdag ging het toch weer regenen in Pinneberg. Het was niet veel, maar het was genoeg om de weien van Baumschultechnik wat zompig te maken, en de bezoekers de tenten in te jagen.
Voordeel was dat de wachtrij voor de worsttent snel was opgelost. Na het buitje werd het ook snel rustig op het beursterrein, alsof men het voor gezien hield.
Terwijl er zoveel te zien is op de beurs. Tja, ik probeer dan ook door de ogen van alle boomkwekers te kijken, wat ze ook kweken en welke techniek ze daarbij gebruiken. Ik kan me voorstellen dat machinerie die alleen is bedoeld voor bijvoorbeeld laanboomteelt, weinig of helemaal niet de interesse wekt van een heesterkweker met pure pottenteelt.
Sommige machines zullen de aandacht van iedereen opeisen. Al meteen na de ingang van de beurs pronken er de zelfrijdende zaailingbeddenrooier uit Zwitserland en de Italiaanse containerbomenaflevertrein. Menig plaatje is weer digitaal geschoten.
Trekkers zijn ook de geleide demonstraties, met machines die zonder chauffeur rijden, met de nieuwste portaaltrekker uit Duitsland (foto) en de kluitensteker uit Canada.
Baumschultechnik is weer overduidelijk internationaal. Techniek komt uit alle windrichtingen, en zeker ook de bezoekers. Ik heb praatjes gemaakt met bekende kwekers uit allerlei delen van Duitsland, uit Ontario, Vlaanderen, Zundert, Opheusden, Reuver. Zo’n beurs lijkt net een reunie. Zag een kweker uit Frankrijk lopen, ontmoette Amerikaanse kwekers en hoorde dat er bussen vol Tsjechen zouden zijn.
Velen combineren het beursbezoek met excursies naar bedrijven rond Pinneberg. Ook ik heb afspraken gemaakt met kwekers in de buurt, of straks langs de route naar huis. O ja, ook nog met Duitsers op de beurs afgesproken over onderwerpen die helemaal niets met mechanisatie te maken hebben.
Ik ben er dan toch en je treft elkaar niet elke dag. Dat is het fijne van een beurs. Veel zien, horen en spreken. Geheugen raakt weer aardig vol met van alles.