‘Daar fietst er weer een.’ ‘Wat bedoel je?’ ‘Komt er weer een voor werk.’ Ik kijk naar buiten en zie een meisje voor de kwekerij op en neer fietsen. Even later staat ze binnen en geeft me een stevige hand terwijl ze me recht aankijkt.
‘Mieke’ zegt ze. ‘ik zoek eigenlijk een vakantiebaantje, hebben jullie wat?’ ‘Ben je onderweg gevallen Mieke?’ Vraag ik. Op haar gezicht zitten grote zwarte strepen opgedroogd zand, en op haar knieën zitten grote bruine vlekken. ‘Hoezo?’ ‘Nou, je zit aardig onder het zand.’ ‘Nee, ik kom net van het aspergesteken, maar dat is bijna afgelopen dus zoek ik iets anders.’ ‘Wanneer kan je beginnen?’ Vraag ik snel.
Te pas en te onpas lopen, bellen, mailen, of twitteren ze. Voor een vakantiebaantje. Meestal de jongere zelf maar soms ook de moeder. En dan hebben moeders ineens niet altijd een streepje voor. Mijn antwoord is standaard; kom maar even langs, dan kijken we wat ik voor je kan doen. Hun eerste sollicitatiegesprek. Dat ik na 1 blik in de ogen en de handdruk mijn conclusie al getrokken heb, dat hoeven ze niet te weten natuurlijk.
Eerst moeten de lopendebandverklaringen, (jaar)contracten, loonheffingformulieren, bedrijfsreglementen en nog meer van dat spul ingevuld. ID-kaart niet vergeten. Want mijn accountant, de belastingdienst, Colland, Sazas en de arbeidsinspectie, allemaal willen ze meeprofiteren van die enthousiaste jongere met zijn eerste baantje.
Na 1 dag werken deel ik ze in, Poule A: toptalent, dat zijn de jongens en meisjes van de sterke werkwoorden: steksteken, pottendraaien, vuilplukken, karrenbouwen. Die zijn van een andere lichting dan de andere categorie, Poule B: talent-in-ontwikkeling, dat zijn de mensen van de zwakke werkwoorden: kan-er-iemand-helpen, wanneer-hebben-we-pauze, wat-duurt-van-1-tot-3-toch-lang en mag-ik-even-wat-gaan-drinken.
Even over dat drinken, dat zijn zonder meer mijn favorieten, die gasten die stevig moeten feesten. Want daar hebben ze duiten voor nodig! Cash! Poet! En daar moet je voor werken! En elk weekend, en elke vakantie moet er gewerkt worden, want elk weekend is het feest! Gas erop. En zeg eerlijk, als je 17 of 18 bent, maakt zo’n nachtje doorhalen toch niet uit, ‘s morgens onder de douche, een keer schudden met die kop en weer gaan. In de baas zijn tijd ben je net zo ziek als thuis, dat hoor ik dan regelmatig maar aan.
Elke zaterdag zit ik ruim op tijd aan mijn bakkie koffie in de kantine, alle stekken, alle potten, alles staat klaar. En 1 voor 1 komen ze binnendruppelen. Zonder dat ze het zelf doorhebben gaan ze even door mijn scan. ‘3 uurtjes geslapen, stevig gedronken, die was op tijd naar bed, hmm, niet geslapen, o hij, bij zijn vriendin geslapen (nou ja, geslapen).’ Allemaal komen ze aan de beurt, en heel typisch, de sterke werkwoorden zijn er altijd het eerste.
Zaterdag zit ik er weer, en ik zet alvast een extra bakkie koffie neer, goed sterk en zwart, Mieke loopt zo binnen.