Opnieuw is het glasareaal 700 hectare groter dan vorig jaar zonder dergelijke nieuwbouwactiviteiten. RVO gaat onderzoek doen.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft in 2019 bij de gecombineerde opgave hogere arealen voor kassen genoteerd, net als in 2020. Daardoor is het glasareaal in Nederland in beide jaren met 700 hectare verhoogd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2019 is het areaal nu 9.570 hectare.
Opmerkelijk
Dat is een opmerkelijk verschil in twee jaar, stelt RVO desgevraagd. “Ook ons is het opgevallen dat er een fors verschil is ontstaan. Een voor de hand liggende verklaring is niet één-twee-drie te geven. We hebben daarom besloten daar onderzoek naar te doen. Op dit moment is nog niet te zeggen wanneer de resultaten daarvan bekend zullen zijn. De verwachting nu is in het eerste kwartaal van 2021.”
Beter invullen
Glastuinbouw Nederland vermoedt dat het beter invullen van de gecombineerde opgave één van de oorzaken is. “Wij hebben een dergelijke omvang van bouwactiviteiten niet gezien, dus het is een statistisch verhaal: beter invullen, beter bijschatten. Mogelijk dat het verplichte CO2-sectorsysteem, ook onderdeel van de gecombineerde opgave, heeft geleid tot een hogere respons in de landbouwtelling.”
Glastuinbouw Nederland heeft geen signalen dat het hier om bewuste lagere opgave gaat in de jaren voor 2019. Een juiste schatting van het glasareaal is belangrijk voor de CO2-afspraken met de overheid.
Opgave criterium bij subsidie-aanvraag
Bedrijven worden gestimuleerd om in te vullen vanwege de EU-bijdragen die ook voor tuinbouw gelden. Ook wordt bij subsidieaanvragen in de tuinbouw de laatste jaren gecontroleerd of de gecombineerde opgave juist is ingevuld. Een aanvraag wordt afgewezen als die opgave niet is gedaan. Bovendien moet voor het het CO2-sectorsysteem het energieverbruik worden opgegeven. Dat is verplicht en als bedrijven niet opgeven, wordt het verbruik ambtshalve door RVO geschat, stelt Glastuinbouw Nederland. “Dit zou ook een responsverbetering kunnen geven, maar is niet onderzocht.”