Bij teelt in derde landen zijn met kokos meer problemen en risico’s dan met veen. Dat zei Gerrit Wever van RHP afgelopen donderdag op een bijeenkomst in Aalsmeer.
Bij Royal FloraHolland vond een bijeenkomst plaats over het mogelijke importverbod van hoog-risico-planten uit landen van buiten de EU. Wever ging daar in op de vraag: hoe verkrijg je goede potgrond bij teelt in die derde landen?
Met plantmateriaal kunnen problemen uit derde landen meekomen, zoals ziekten en plagen, maar dat is ook mogelijk met substraat. „Er kunnen bijvoorbeeld veenonkruiden meekomen, of een tropisch onkruid”, zei Wever.
RHP controleert en certificeert producties en productieprocessen van substraatleveranciers; 40% van de RHP-deelnemers komt uit het buitenland. Wat kokos betreft ziet Wever in derde landen „dat het niet altijd goed wordt opgeslagen. Het ligt bijvoorbeeld naast een bos. Dat is wel een risico, want er kunnen onkruiden op het kokos groeien.” Ook kan kokos te jong zijn bij gebruik. „Dan is er risico op groeiremming.”
RHP geeft dan de nodige voorlichting. „Bijvoorbeeld door het kokos gescheiden van de buitenwereld op te slaan”, aldus Wever. „Ook laten we bijvoorbeeld een video zien van een Nederlandse kwekerij: hoe belangrijk het is om te kweken in een schoon groeimedium.”
Schors stomen tegen dennenaaltje
Een extra handeling toevoegen aan het productieproces is soms noodzakelijk. Zo heeft RHP met de NVWA besloten om schors uit Portugal te stomen, voordat het naar Nederland komt voor toepassing in de teelt van Phalaenopsis.
Dat schors komt af van Pinus pinaster, maar die kan in Portugal worden aangetast door het dennenaaltje (Bursaphelenchus xylophilus). Die komt in Nederland niet voor. „Als dat aaltje in schors zou zitten, wordt het met stomen afgedood”, vertelde de RHP’er. „We voegen ook een bacterie toe, Bacillus Globigii, om voldoende afdoding ook te toetsen.”
Foto: Arno Engels
