De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) heeft eind augustus de spintmijt Eotetranychus lewisi aangetroffen in kerststerren. Het is een EU quarantaine organisme. De besmette planten zijn inmiddels vernietigd.
Oorspronkelijk komt dit organisme voor in Amerika. Door handel in planten is hij ook op andere continenten terecht gekomen. Vanwege het zeer beperkt voorkomen in de EU is de spintmijt Eotetranychus lewisi opgenomen in de lijst met IIA quarantaine organismen. Voor IIA q-organismen is uitroeiing meteen aan de orde. Deze spintmijt is in het laatste kwartaal van 2020 aangetroffen op kerstster bij vijf bedrijven in Duitsland. Om die reden waarschuwde de NVWA begin 2021 al voor de spintmijt op stek van kerstster
Moerplanten en potplanten vernietigd
De NVWA vond de spintmijt eind augustus 2021 na een (verplichte) melding van een veredelingsbedrijf in Noord-Holland. Dat betrof uiteindelijk een partij van 400 moederplanten van kerstster. Kort daarna is de belager ook gevonden bij een potplantenbedrijf in Gelderland. Dat was een partij van 360 kerststerren, die zijn opgekweekt zijn uit stek van het eerder genoemde veredelingsbedrijf. Op de besmette planten zijn alle stadia van de spintmijt aangetroffen. Die planten zijn allemaal vernietigd. Bij de potplantenkwekerij worden de overige kerststerren chemisch behandeld en gemonitord, tot de belager volledig uitgeroeid is.
In Nederland kan deze spintmijt zich in kassen goed ontwikkelen en schade veroorzaken zoals bijvoorbeeld op kerststerren. Eotetranychus lewisi is moeilijk van de bonenspintmijt (Tetranychus urticae) te onderscheiden. Ook veroorzaken ze vergelijkbare symptomen zoals zuigschade en kleine gele puntjes op de bladeren die uiteindelijk geheel geel/bruin worden..
De spintmijt E. lewisi kan in het Nederlandse klimaat niet buiten overleven. Meer informatie over waardplanten, symptomen en herkennen van E. lewisi vindt u hier.
De bron van de besmetting is nog niet gevonden. De NVWA voert een traceringsonderzoek uit. Daarbij wordt ook onderzoek gedaan naar mogelijke verspreiding van de spintmijt door verhandeling van stekmateriaal.