‘Hoi Coen, alles goed? Luister eens, ik heb hier een aantal BBL en BOL-leerlingen en aanstaande woensdag hebben we een excursiedag. Kunnen we dan bij jou langskomen?’ ‘Woensdag, eens even kijken. Ja, dat kan wel?’ ‘Begin van de middag? Zijn we er rond half 2 met 8 man.’ ‘Prima!’
Leuk, mag ik weer een groepje studenten rondleiden. De toekomst. Mensen die zich in de wondere wereld van het plantenkweken storten en daar binnenkort hun brood mee willen verdienen. Met dik beleg. Hardwerkende, enthousiaste, gretige, frisse jongeren met nieuwe ideeën, die aanschoppen tegen alle oplossingen die ik ooit in mijn kwekerij heb bedacht. Die mij direct al veroordelen omdat ik van een andere generatie ben. Iemand die half draait op de automatische piloot. Zo bedrijfsblind als Stevie Wonder.
Ik verheug me erop. Want ik hoop altijd dat ik niet die zeehondbewegingen van Stevie maak. En dat, als ik dat toch doe, zulke gasten mij erop durven te wijzen met hun jonge, eigenwijze, kritische vragen. Net als die twee studentes met hun stekpoederproef, die mij vertelden dat het puntrot in de stek toch echt kwam van het verkeerd gebruik van stekpoeder en niet door pythium of phytophthora. Briljant.
Het is woensdag, kwart voor 2 en we zijn met zes man en ik heb er zin in. ‘Weet iemand waar die andere twee zijn?’ Geen reactie van de zes. De leraar haalt zijn schouders op. ‘Ik stel voor om toch maar te beginnen.’ Samen met de leraar loop ik de kas binnen. De jonge honden volgen op een klein afstandje. Gedwee. Als het hondjes zouden zijn liepen ze met de staart tussen de benen.
Na een stukje van mijn uitleg, richt de leraar zich tot de groep. ‘En waarom denken jullie dat voor dit systeem gekozen is, terwijl hij naar de sproeiboom wijst.’ ‘Dat moet je mij niet vragen!’, bijt een lid van de groep van zes van zich af. Het jonge hondje zet zich dus schrap in het zand en blaft. Terwijl ik liever had dat hij kwispelend tegen mijn been omhoog sprong om zo aandacht te vragen.
Het is een tam rondje geworden. Helaas. Gemiste kans voor mijn potentiële nieuwe personeel. Het mag braaf in zijn mandje blijven liggen.