Deelnemers aan het praktijknetwerk ’Op naar aaltjesvrije vasteplantenkweek met CATT’ willen de aaltjesbehandelmethode CATT erkend krijgen voor export.
De deelnemers streven naar de erkenning van CATT (Controlled Atmosphere Temperature Treatment) voor specifiek de export naar zogenoemde PSI-landen, waarvoor strenge fytosanitaire eisen gelden.
Voordat de behandelmethode erkend kan worden als alternatief voor warmwaterbehandeling, zal de feitelijke aaltjesbestrijding beter moeten worden onderbouwd.
Eerder kwam uit het praktijknetwerk naar voren dat CATT perspectief biedt, maar de behandelmethode was nog niet praktijkrijp. In aanvullende proeven konden de aaltjesresultaten namelijk nog niet altijd worden herhaald.
CATT is een chemievrije methode op basis van temperatuur en aangepaste luchtsamenstelling. Bijkomend voordeel van CATT is dat door de methode de bloem in aanleg blijft behouden, onder andere bij Astilbe. Bij warmwaterbehandeling van Astilbe gaat de bloem in aanleg namelijk verloren.
Deelnemers aan het praktijknetwerk zijn: zeven vasteplantenkwekers, Wageningen UR (PPO Boomkwekerij en Food & Biobased Research) en Van Acht Koel- en Vriesopslag. Het praktijknetwerk wordt mede gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.
