Nederland heft relatief veel belasting bij overdracht van een familiebedrijf. De volgende generaties zijn in Duitsland en België beter af, omdat ze helemaal vrijgesteld zijn van belastingheffing bij generatiewisseling.
Dit blijkt uit onderzoek van KPMG in 42 landen naar de fiscale gevolgen van het overdragen van een familiebedrijf.
Familiebedrijven worden in een aantal landen niet of nauwelijks fiscaal aangeslagen bij overdracht, terwijl in andere landen de aanslag in de miljoenen euro’s kan lopen. Bij nalatenschap van een familiebedrijf met een waarde van €10 miljoen varieert de belastingheffing van €0 tot bijna €4 miljoen. En bij pensionering kan de maximale last zelfs oplopen tot meer dan €5 miljoen.
De uiteindelijke heffing hangt sterk af van het land waarin de onderneming gevestigd is en de mogelijkheden die het land biedt tot belastingvermindering of –vrijstelling. In een aantal landen leidt dit zowel bij nalatenschap als pensionering tot een volledige kwijtschelding van de heffing.
Goede bedrijfsopvolgingsregeling
KPMG stelt tegelijkertijd dat Nederland een goede bedrijfsopvolgingsregeling heeft. Bij overdracht van een Nederlands familiebedrijf aan de kinderen geldt een ruime vrijstelling van de schenk- en erfbelasting. Over de eerste €1 miljoen van de ondernemingswaarde wordt geen belasting geheven. Daarboven is 83% vrijgesteld. De heffing gaat dus alleen over de resterende 17%. Daarnaast bestaat er een faciliteit voor het doorschuiven van de inkomstenbelasting.