De ontwikkeling van de eikenprocessierups gaat dit jaar erg langzaam. Door de bijzonder koude april en koude start van mei bevinden de eikenprocessierupsen zich nu pas in het eerste en tweede larvestadium. Niet eerder werden zo laat in mei nog rupsen in het eerste larvestadium aangetroffen. De overlast begint naar verwachting pas in de eerste week van juni, weken later dan vorig jaar. Dat meldt Kenniscentrum Eikenprocessierups op Naturetoday.
Samen met Paul van Heijningen van Timmerman Groenvoorziening inventariseerde het Kenniscentrum de ontwikkeling van de rupsen. Tijdens deze monitoring in de kop van Overijssel en twee plaatsen in Drenthe, troffen ze uitsluitend eikenprocessierupsen in het eerste en tweede larvestadium aan. Ook uit Hengelo en Ede kreeg het Kenniscentrum te horen dat de eikenprocessierupsen in het eerste en tweede larvestadium verkeren. In het zuiden van het land zijn ook al de eerste rupsen in het derde larve stadium gezien.
Op veel plekken waren de bomen nog maar net uitgelopen. Op die plekken waren alleen rupsen in het eerste larvestadium. Zover bekend zijn nog nooit zo laat in mei eikenprocessierupsen in het eerste larvestadium aangetroffen. In bomen die al wat verder in hun ontwikkeling waren, bevonden de rupsen zich in het tweede larvale stadium. Uit waarnemingen van De Natuurkalender van Wageningen University blijkt dat eiken in de afgelopen twintig jaar niet eerder zo laat in blad kwamen.
Overlast ook later
De late ontwikkeling heeft uiteraard ook invloed op het moment van overlast. De precieze gevolgen van de vertraagde ontwikkeling zijn echter nog onzeker. De langetermijnweersverwachting geeft aan dat het nog even koel blijft. Dat betekent dat de bladeren van de eiken traag blijven uitlopen en dat de ontwikkeling van de eikenprocessierups en andere rupsen achterblijft. De experts van het Kenniscentrum verwachten daardoor dat de periode van de meeste overlast naar juli verplaatst.
Ook wat het effect van de langzame ontwikkeling op de plaagdruk is, is nog onduidelijk. Wellicht dat in deze periode bijvoorbeeld vogels relatief meer eikenprocessierupsen zullen opeten, bij gebrek aan andere rupsen. Door de langzame ontwikkeling hebben vogels ook langer de tijd om van de rupsen te eten. Dat zou kunnen betekenen dat de plaagdruk en dus ook de overlast voor de omgeving minder is. Of dat echt zo zal zijn, moet worden afgewacht.