Boomveren zijn bomen die niet in de grond wortelen, maar in een voedingsrijke systeemschil van zo’n 80 cm Ø die stevig in een stalen constructie hangt. Zo kunnen ze plekken vergroenen die normaal ongeschikt voor bomen zijn.
Het idee voor de boomveer komt van boominnovator Stef Janssen en landschapsarchitect Maarten Grasveld. Samen met Boomkwekerij Ebben en zoon Daan Grasveld zetten ze met hun bedrijf The Urban Jungle Project de boomveer en andere vergroeningsinnovaties in de markt.
Daan Grasveld: “Stef Janssen en mijn vader zochten manieren om –vaak stedelijke– plekken die ongeschikt zijn voor gewone bomen te vergroenen, zoals daken en gebieden met veel ondergrondse kabels en leidingen. De boomveer is hiervan een resultaat.”
Proeven met boomstroom
Gewone bomen hebben veel ruimte nodig om stevig in de grond te wortelen. Hierdoor wegen ze al gauw zo’n 16.000 kilo. Een boomveer weegt slechts 450 kilo, maar heeft door zijn beperkte wortelomvang wel een elektrische pomp nodig om hem van water te voorzien.
Samen met Boomkwekerij Ebben testen Janssen en Grasveld nu in een proefopstelling bij Remmerden of de schommelbeweging van de boomveer genoeg elektrische energie voor de waterpomp kan opwekken.
“Omdat deze vorm van ‘boomstroom’ opwekken technisch complex en duur is, kan ook blijken dat bijvoorbeeld een klein zonnepaneel toch een betere en goedkopere oplossing is”, aldus Grasveld-junior.
Vergroeningsinnovatie
Hij benadrukt dat boomveren niet bedoeld zijn als nieuwe standaard: “Boomveren zijn echt bedoeld als vergroeningsinnovatie voor plekken waar geen gewone bomen kunnen staan. Zeker in stedelijke gebieden is daar duidelijk behoefte aan.”