De regenval begin september heeft het neerslagtekort in Nederland enigszins getemperd. Ondanks een droog voorjaar, een hete zomer en een warme nazomer blijft 2020 waarschijnlijk net onder de 5% droogste jaren. Dat blijkt uit gegevens van het KNMI. Regionaal zijn er echter grote verschillen.
Ook de Droogtemonitor van het Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) constateert dat de neerslag begin september een positief effect gehad op landbouw en natuur. Door het buiige karakter viel echter niet overal evenveel regen.
Het actuele neerslagtekort is het grootst in het zuiden en oosten. Omdat in deze gebieden bovendien geen of slechts beperkte wateraanvoer mogelijk is vanuit Rijn en Maas, zijn de effecten van droogte hier het duidelijkst merkbaar. Het neerslagtekort is het grootst in Zeeland, Brabant, Limburg en Gelderland. In veel gebieden ligt het neerslagtekort boven de 300 mm.
Grondwaterstanden
Op de hoge zandgronden in het zuiden en oosten zijn de grondwaterstanden nog steeds laag tot zeer laag voor de tijd van het jaar. De grondwaterstanden zijn hier op veel plekken de afgelopen twee weken verder gedaald. In gebieden waar relatief veel neerslag is gevallen is de situatie overwegend normaal.