In mezen, verzameld in stedelijk gebied waar buxusmotten zijn bestreden, zijn 14 verschillende pesticiden gevonden. Geen van deze middelen is voor particulieren toegelaten. Dit wijst op mogelijk illegaal gebruik. De onderzoekers kunnen geen uitspraak doen of jonge mezen zijn overleden door het middelengebruik. Dit blijkt uit verkennend onderzoek van CLM Onderzoek en Advies.
Aanleiding voor het onderzoek was de vondst van dode jonge mezen in wijken waar de rupsen van de buxusmot bestreden worden. In stedelijk gebied zijn 11 pesticiden gevonden (waarvan acht insecticiden), terwijl in het bosgebied vier stoffen zijn gevonden (waarvan één insecticide). Dit wijst erop dat in stedelijk gebied bestrijding tegen insecten heeft plaatsgevonden.
Dode jonge mezen zijn verzameld in vijf steden in Noord-Brabant, Gelderland en Zuid-Holland via een oproep van het programma Vroege Vogels. Als referentie zijn vijf dode jonge koolmezen verzameld uit een bosgebied bij Arnhem, waar geen buxusmotbestrijding heeft plaatsgevonden.
Verboden middelen
Alle pesticiden die zijn gevonden in jonge dode mezen zijn niet toegelaten voor particulieren om tegen buxusmot te gebruiken. Hoveniers en gemeentelijke groenbeheerders mogen deze stoffen ook niet gebruiken. Agrariërs mogen een deel van die stoffen wel gebruiken, maar omdat mezen een heel beperkt gebied hebben waar ze voedsel zoeken als ze jongen hebben (circa 3.000 m2) en de monsters uit de stad komen, is het onwaarschijnlijk dat deze stoffen uit de landbouw komen. Daarom is het volgens de onderzoeker meest waarschijnlijk dat particulieren illegaal middelen gebruiken tegen insecten, in dit geval waarschijnlijk buxusmotrupsen.
Lage concentraties
De onderzoekers kunnen geen uitspraak doen over de mogelijke dood van jonge mezen in relatie tot buxusmotbestrijding met (chemische) bestrijdingsmiddelen. Gevonden concentraties zijn relatief laag, maar toxiciteitstudies betreffen andere vogelsoorten en niet jonge mezen. Bovendien kunnen sommige stoffen effect hebben op de vruchtbaarheid en overleving van jongen.
Mezen eten buxusmotrupsen
Buxusmotrupsen moeten wel door mezen worden gegeten, anders kunnen ze niet in de jonge mezen terecht komen. Uit voedselproeven op het Nederland Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) blijkt dat koolmezen inderdaad buxusmotrupsen eten en dat de rupsen ook door de mezen uit takjes buxus worden gehaald.
Lees hier het hele rapport van CLM Onderzoek en Advies.
Ongeveer 10 jaar geleden ontdekte ik s’morgens vroeg een klein vraat plekje in een buxus bol. Dat vond ik vreemd, omdat de sappen van een buxusplant bijna net zo giftig zijn als die van een taxus, iets dat bijna niemand weet.
Ik heb de rups die dat veroorzaakte en het vlindertje dat ook in die buxus zat gevangen en opgestuurd naar toen nog de plantenziekte kundige dienst in Wageningen, met de mededeling dat dit een vreemd insekt was en dat wij de buxusplanten op onze kwekerij nooit hoefde te bespuiten met pestciden.
Maar na weken van wachten en nog eens informeren, zei men dat het een Azieatisch vlindertje was en waarschijnlijk de winter hier niet zou overleven.
Het vermoeden bestond bij mij dat het vlindertje onsnapt was uit een container met import planten bij een bedrijf bij ons uit de buurt.
Maar hoe ik er ook op aandrong om maatregelen te nemen omdat ik steeds meer planten zag waar de rups aktief was, werd dat weggewipeld door de mensen uit Wageningen.
De aangevreten planten hadden schade en waren niet meer te verkopen.
Ook andere kwekerijen van buxus in de buurt kregen met de rups te maken.
Maar wat mij meer bezig hield was het verspreiden van de plaag d.m.v. het leveren van planten waar het vlindertje al eitjes in had gelegd en zo in andere gebieden terecht zou komen.
Na een jaar kwam bij mij een man van de Nak op onze kwekerij voor een routine bezoek.
Die man heb ik bij zijn kraag gepakt en de aangetaste buxussen laten zien op onze kwekerij en heb ik met die man ook een rondje mee door ons dorp gereden,.
Hij schrok behoorlijk toen hij de buxushagen in de tuinen zag en heeft daar foto’s van gemaakt en heeft daar een rapport van gemaakt dat hij naar de Nak uit Roelofsarendveen heeft gestuurd, maar daar werd dat ook niet serieus behandeld en afgedaan dat het een paticulier incident was.
Hoe ik ook probeerde uit te leggen dat het een plaag zou worden die zijn weerga niet kent, niets hielp.
Wij zijn maar domme kwekers die zich daar niet mee bezig moeten houden.
Nee, nu is het niet meer te stoppen, het is een ware plaag geworden lees ik nu.
Als er één Aziatische boktor wordt gevonden, staat alles op zijn kop en worden er gebieden uitgekamd en de handel stil gelegd, maar een rupsenplaag van deze omvang moet door de vinger worden gezien bij de ‘grote mannen’
Daar word ik niet alleen boos maar ook verdrietig van, het had voorkomen kunnen worden door tijdig ingrijpen.
Ik ben inmiddels gestopt met het kweken van buxus, want ze zijn niet meer te verkopen en de strenge winter van een jaar of acht geleden met meer dan 20 graden vorst heeft zeker geen invloed gehad op de rupsen populatie.