Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), heeft vorige week duidelijkheid gegeven over het einde van de monetaire steun. De ECB is van plan eind december te stoppen met het opkopen van obligaties. Een renteverhoging zit er tot volgende zomer echter niet in. De euro reageerde heftig op de aankondiging van Draghi en zakte fors weg tegen de dollar.
Centrale banken hebben de valutamarkt nog stevig in hun greep. Dat is de belangrijkste conclusie na de toespraken van Federal Reserve-voorzitter Jerome Powell vorige week woensdag en die van zijn Europese evenknie Mario Draghi op donderdag. Dat geldt echter alleen als het gaat over de mogelijkheid van toekomstige rentezetten.
Het bericht dat de Europese Centrale Bank (ECB) eind 2018 stopt met het opkopen van (staats)obligaties en andere activa liet handelaren namelijk helemaal koud. Alle aandacht ging uit naar de uitspraak van Draghi dat de rente tot de zomer van 2019 niet verhoogd wordt. Direct na dat nieuws gleed de euro met anderhalf procent onderuit ten opzichte van de dollar.
Felle terugval
Die felle terugval weerspiegelt vooral het groeiende renteverschil tussen beide kanten van de Atlantische Oceaan. In de Verenigde Staten verhoogde Powell de rente van 1,75% naar 2%. Dat markeerde alweer de zevende verhoging sinds begin december 2015. Powell nam bovendien een voorschot op nog twee verhogingen in de tweede helft van dit jaar.
Als de Amerikaanse economie goed blijft draaien en de Fed ook in 2019 de huidige koers blijft varen, zou het zomaar kunnen dat de rente in de buurt ligt van de 3% nog voordat de ECB een eerste zet gedaan heeft. Zoals het er nu naar uitziet, ligt de officiële rente op ons continent nog steeds op 0%.
Euro-opmars
De afgelopen anderhalf jaar had het oplopende renteverschil overigens weinig invloed op de wisselkoers. Half december 2016 was een euro nog $1,04 waard. Half april was dat opgelopen naar $ 1,24. Die opmars wordt voor een deel verklaard door het beleid van de Amerikaanse president Donald Trump.
Partijen maken zich zorgen over de politieke onrust en de oplopende begrotingstekorten die hij creëert. Bij hun keuze voor de wat grotere zekerheid van de euro, wordt dan graag een klein nadelig renteverschil op de koop toegenomen. Daarin lijkt nu verandering te komen.
Italiaanse coalitievorming
In de eerste plaats dreigt dat kleine nadelige renteverschil na de uitspraken van Powell en Draghi toch behoorlijk groot te worden. Daar komt bij dat de politieke rust in Europa niet zo groot is als het zich aanvankelijk liet aanzien. De Italiaanse coalitievorming dreigde eind mei zelfs even uit te lopen op een nieuwe Eurocrisis. Indertijd schoot de euro ook al met bijna 2% onderuit. De nieuwe Italiaanse regering is een explosieve mix van twee populistische partijen, dus het gevaar is nog niet helemaal geweken. Het lijkt erop dat de rollen van de euro en de dollar lijken voorlopig even te zijn omgedraaid.