De HTA National Plant Show wordt in zo’n typisch Engelse omgeving gehouden. Net buiten Coventry, ergens langs een slingerende en heuvelachtige weg met de struiken bijna op het asfalt.
Voorbij een slagboom van een park met hier en daar een stokoude eik, waar vee wordt verhandeld en paarden galopperen achter witte hekken. Engelsen op leeftijd sturen de auto’s een soort van veehallen in om te parkeren.
Op de show vandaag hebben de planten het voor het zeggen, aldus de showgids. Nou, als ze konden praten, zouden ze hoogstwaarschijnlijk smeken om gekocht te worden. De Engelsen hebben immers alweer een slecht voorjaar gehad. Voor de winter zeiden ze nog dat het voorjaar nooit slechter kon worden dan dat van vorig jaar, want dat scheen het slechtste sinds de sixties te zijn geweest. Ze weten nu beter.
De showgids bedoelt natuurlijk dat de beurs draait om de planten. En dat blijkt: stand na stand zie je vaste planten, potrozen, heesters, wat sierbomen en kerstbomen, kruiden en bloeiend spul dat de eerste beste nachtvorst niet zou overleven.
Vrijwel alles wordt aangeboden door Britten, en het is ook voor Britten. Er lopen vooral medewerkers en eigenaren van tuincentra rond, maar ook buitenlandse exporteurs die willen weten wat er gaande is op de Britse markt.
De marketing heeft het ook voor het zeggen in een aantal stands. Potcover hier, potcover daar. Label met een bijtje hier, label met een bijtje daar – Britse planten moeten tegenwoordig niet alleen kopers lokken, maar ook de broodnodige insecten voor de nationale bestuiving.
De show ziet er professioneel uit, de stands ook, de planten zijn er op hun mooist en er is een nieuwighedenkeuring. Het heet dan wel de nationale show, van en voor de Britten, maar voor de opzet hebben de eilanders kennelijk goed naar het continent gekeken. Vooraanstaande kwekers zeggen immers dit over hun show: ‘Het is hier little Plantarium.’