Gronden op bestaande laanboompercelen in de gemeente Neder-Betuwe zijn veel dieper verstoord dan een algemene bouwvoor van 30 cm, soms tot 1 m diepte. Dat blijkt uit onderzoek. Hiermee is een vrijstelling voor archeologisch onderzoek op alle laanboompercelen in Nederland objectief te onderbouwen, meldt LTO Noord.
Het onderzoek vond plaats op twintig percelen in laanboomregio Opheusden, waar in totaal tachtig putten zijn gegraven. Op basis hiervan kan worden aangenomen dat landelijk alle laanboompercelen dezelfde verstoringsdiepte hebben. Kwekers bewerken die percelen namelijk algemeen op dezelfde manier.
Voor Jan Arends, waarnemend voorzitter van Boomkwekersvereniging Opheusden en Omgeving, en Taeke Wahle van LTO Noord zijn de onderzoeksgegevens een bevestiging van grondgegevens die de laanboomsector eerder had aangeleverd.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap alsmede LTO Nederland willen soortgelijk bodemonderzoek ook bij andere teelten uitvoeren. Doel is om bodemverstoringen als gevolg van agrarisch gebruik te verwerken in archeologische kaarten van gemeenten.