LTO-Nederland reageert met tevredenheid over het akkoord dat in Europa is bereikt over een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Voorzitter Albert Jan Maat plaatst wel een kanttekening: ‘Het succes van het akkoord valt of staat met de nationale invulling. LTO is beducht voor meer bureaucratie en nationale interpretatieverschillen.’
In het onderhandelingsakkoord zijn ook verschillende Nederlandse wensen gehonoreerd, meldt het ministerie van Economische Zaken. Zo kunnen boeren óf kiezen voor drie standaard vergroeningsmaatregelen (het elk jaar wisselen van gewas, behouden van grasland of het inrichten en beheren van waardevolle landschappen) óf ze kiezen voor vergroening via agrarisch natuurbeheer of andere alternatieve maatregelen. Gecertificeerde biologische bedrijven komen ook in aanmerking voor de premie voor vergroening. ‘Daarmee is een grote stap gezet op weg naar een groenere, innovatievere en duurzamere landbouw’, aldus het ministerie.
Regels
LTO is ook ook met de mogelijkheid die het Europees kader biedt voor het opzetten van interbranche- en producentenorganisaties. Die kunnen binnen handelsketens gezamenlijke zaken regelen, bijvoorbeeld op het terrein van plantgezondheid. Maat: ‘Dat is hard nodig voor boeren en tuinders om duurzamer te kunnen gaan werken en zo hun positie in de keten en op de markt te versterken. Die lijn moet ook voor de toekomst worden geborgd.’
Vergroenen
Ook tevreden is LTO met de vergroeningseisen die het beleid stelt aan het profiteren van Europese premies. De komende jaren worden nieuwe vergroeningseisen gesteld aan boeren op het gebied van duurzaamheid. Boeren en tuinders kunnen daarin oom voor meer ‘dynamische oplossingen’ kiezen die volgens LTO de duurzame ontwikkelingen versnellen.
Jongeren
Tot slot is in het beleid vastgelegd dat een vast deel van het budget vloeit naar jonge ondernemers.