De inrichting van stedelijk gebied staat nog voor grote uitdagingen, wil het klimaatbestendig worden. Dat bleek op vakbeurs Openbare Ruimte tijdens een gesprek van weervrouw Helga van Leur met gemeenteman Leendert Koudstaal, groenvoorziener André Hoek en boomkweker Caroline Janssen-Michels.
„Geef geen bouwvergunning af als je niet groen-inclusief bouwt”, begon Leendert Koudstaal van de Intergemeentelijke Studiegroep Bomen en gemeente Den Haag zijn betoog voor stedelijk gebied wat klimaatbestendig, vitaal én groen is. Ecosysteemdiensten gaan volgens Koudstaal steeds meer opleveren. De wil is er wel, zei hij. „Projectontwikkelaars zeggen nu al: ’kom met de tools om meer en beter gebruik te maken van groen’.”
Ook André Hoek pleitte op de vakbeurs in Jaarbeurs Utrecht ervoor om groen vanaf het begin van bouwprojecten te betrekken. Hij doelde niet alleen op groenvoorzieners en aannemers, maar ook op burgers. „Want als meer burgers iets willen, dan gebeurt het ook. Burgerparticipatie is belangrijk voor gemeenten.”
’Beste standplaats essentieel’
Caroline Janssen-Michels (boomkwekerij Michels-Classens) hamerde wel op ’de juiste boom op de plaats’. „Er is veel kennis, zeker bij kwekers, want wij werken iedere dag met bomen en zien hoe die zich gedragen in een veranderend klimaat.” De beste standplaats blijft volgens haar essentieel. Op de vraag van Van Leur of men te weinig naar die standplaats kijkt, reageerde Janssen: „Jawel, het gebeurt steeds meer, maar er zijn nog wel stappen te maken.”
Volgens Koudstaal, Hoek en Janssen is het noodzakelijk dat er meer kennis over klimaatbestendig stedelijk groen moet komen, en dat die kennis ook wordt gedeeld tussen de betrokken partijen. Van Leur haakte in op de ontwikkeling van burgerparticipatie. „Als burger heb ik de ballen verstand van groen. Je moet burgers wel inspireren over groen, niet met kennis, maar met emotie: zodat burgers zullen zeggen over groen: ’wow, dat is gaaf!’.”
Foto: Arno Engels
