De monsterplantjes staan allemaal klaar, de klanten zijn gebeld of het uitkwam en de aanbodslijstjes zijn ook gemaakt. Ik rijd lekker vroeg, voor de files uit, naar de veiling. Eerst de klokschermutselingen bekijken en daarna klanten bezoeken.
De klok is niets bijzonders; het aanbod ziet er niet anders uit dan anders. Veel kwekers hebben op basis van optimale belading hun verpakking gekozen. Mijn eigen kar is natuurlijk al lang geveild als ik aankom, want er stond toch een file, alweer. Ik had het kunnen weten. Maar goed, na een bakkie koffie staat het eerste klantbezoek op de agenda.
‘Mooie spulletjes heb je bij je, joh.’ Hoor ik gelijk. ‘Weet je wat, joh? Hoeveel heb je van die soort, joh? 10.000 maar, joh? Ow, maar voordat ik die bij mijn klanten heb aangeboden, heb jij ze al verkocht, joh.’ Mooi spul wel, joh. Leuke kleurtjes ook, joh. Maar lust je koffie, joh? Loop het wel goed dat spul, joh? Heb je het druk, joh?‘
Ja, eigenlijk heb ik het altijd druk. En als ik het niet druk heb, heb ik het druk om druk te krijgen. De hele dag ben ik in de weer om klanten op maat te bedienen. En dat valt nog niet zo mee, zelfs niet met een sterk gespecialiseerde teelt van alleen Euonymus in een 8 cm-potje. Eenmalig fust in twee kleuren en vier verschillende maten, meermalig fust in twee maten, sixpacks, stapeldozen, veenmankisten, denen, stapelwagens, pallets, aftuin, klantgeleverd, veilinggeleverd, twee keer op een dag, met pot, zonder pot, met sticker, met etiket, met hoes, gesnoeid, ongesnoeid, gemengd per tray, gemengd per laag, gemengd per kar, korter dan de vorige keer, dikker dan de vorige keer. Klant vraagt, wij draaien.
‘Hey joh, jij was pas hier toch met die Euonymus van je, joh? Dat mixtraytje wat ook achter in je bus stond, mag ik daar een deentje van, joh? Maar ik wil geen groene soorten in de mix, joh.’ Snel schrijf ik de details van het ordertje op. Belading, fust, lengte, afleveradres, veilinggeleverd, tijdstip van afleveren, kopersnummer, geen groene soorten, etc, hele lijst. Check. En afleveren maar.
Twee dagen later gaat de telefoon. ‘Deentje joh?’ hoor ik aan de andere kant. ‘Deentje’ zeg ik terug, en de verbinding wordt verbroken. Ik schrijf de order weer uit en loop ermee naar mijn inpakker. ‘Hier, nog een bestelling voor je om in te pakken. En o ja, geen groene soorten in de mix.‘
De klant wordt op maat bediend en geen detail wordt overgeslagen, hij is geen koning, maar keizer. Alles staat in het teken om hem het leven zo makkelijk mogelijk te maken, het lijkt vanzelfsprekend. Een mooi product kweken alleen is niet voldoende. Alles moet kloppen, dan is er voor elk plantje een klantje. Kweken is één, maar aansluiten bij je klant is twee, daar is nog veel te winnen. Makkelijk is het niet, maar:
hang je alleen met je kop tussen de planten, sta je met je kont naar je klanten.