Het CDA heeft aan de minister van Economische zaken en Klimaat en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat vragen gesteld over de gevaren van verbrande zonnepanelen. Aanleiding is een grote brand bij Wit Flowerbulbs waarbij resten van zonnepanelen in de omgeving belandden.
De Tweede Kamerleden Jacco Geurts en Agnes Mulder (beide CDA) vragen zich onder andere af ”Klopt het dat niemand op dit moment de oplossing weet voor het probleem waarbij glasscherven en andere brokstukken bij een hevige brand vrijkomen uit zonnepanelen en vervolgens neerslaan op omringende weilanden en andere gronden? Klopt het dat ook niemand daarover nog heeft nagedacht? ” Ook vragen zij zich af welke mogelijk schadelijke effecten van glasscherven en andere brokstukken van zonnepanelen bij een hevige brand kunnen hebben voor de gezondheid van mens en dier.
Protocollen
De kamerleden vragen in hoeverre protocollen worden ontwikkeld voor de aanpak van een brand waar zonnepanelen bij betrokken zijn. Omgevingsdienst Noord-Holland Noord pleitte al eerder voor een landelijke aanpak omdat er veel schuren, stallen en loodsen met zonnepanelen in Nederland zijn. De minister en staatssecretaris wordt gevraagd of zij die mening delen en zo ja, op welke wijze ze daar gestalte aan gaan geven.
Ruim 2.000 zonnepanelen verbrand
Donderdag 30 juli brandde bij Wit Flowerbulbs twee van de vijf loodsen af. Daarbij ging ook de helft van hun 4300 zonnepanelen in vlammen. Miljoenen scherven glas en folie (de blauwe toplaag van de panelen) werden via de opstijgende warme lucht meegevoerd. Ze kwamen terecht op een strook van zo’n vijf kilometer bij 500 meter.
Het opruimen van die scherven was een klus voor de werknemers van het getroffen bollenbedrijf Wit Flowerbulbs en saneringsbedrijf Boy Limmen. Een week werk voor gemiddeld 50 personen. Handschoenen aan en rapen, dat was het devies. Gras werd daarna gemaaid en vernietigd.
De brief met kamervragen is hier te vinden.
