De eerste Jonge Landbouwersregeling (JOLA) in 2016 sluit niet goed aan bij de behoeften van jonge ondernemers. Te weinig investeringen komen in aanmerking en de voorwaarden werpen obstakels op. Dit concludeert het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) na een enquête onder haar leden.
Opvallend is dat 70% van de respondenten geen investering op de lijst vond waar zij behoefte aan hebben. Dit aandeel is groter bij veehouders en tuinders, dan bij akkerbouwers. Daarnaast vond 45% het minimaal te investeren bedrag per investering te hoog. Gezien deze uitkomsten beveelt het NAJK aan de investeringsmogelijkheden fors uit te breiden en voorwaarden aan te passen. Zo worden met name bedrijfsopvolgers met kleine en middelgrote land- en tuinbouwbedrijven minder benadeeld.
Tweede openstelling aanpassen
Van 1 maart tot en met 15 april konden boeren en tuinders onder de 41 jaar zich aanmelden om in aanmerking te komen voor de JOLA. De regeling is bedoeld als steun in de rug om investeringen te doen in de financieel zware periode na bedrijfsoverdracht. De regeling was dit voorjaar qua voorwaarden een andere regeling dan voorgaande jaren. De tweede openstelling van de regeling onder het plattelandsontwikkelingsprogramma via de provincies wordt vanaf 1 december verwacht.
De inhoud van deze openstelling zou gebaseerd worden op het resultaat van de evaluatie van de eerste openstelling. Omdat de landelijke evaluatie niet op tijd is afgerond heeft NAJK de JOLA zelf onder 200 jonge landbouwers geëvalueerd.
Bron: Vakblad voor de Bloemisterij