Internethandel van een werknemer

De handel van boomkwekerijen digitaliseert. Vijf jaar geleden leefde her en der nog de gedachte dat de fax altijd zou blijven. Toch verdwijnt bij steeds meer bedrijven dit spontane knetterapparaat. Handel kan vanachter de PC plaatsvinden.

Recent kwam in het nieuws dat met name boeren en tuinders het meest actief zijn op Facebook. Mooi is dat. Want het klinkt zo positief, en toch.

Ik kreeg een vraag of je een medewerker zonder bijbetaling kunt ontslaan vanwege ongebreideld internetgebruik. De medewerker zat dagelijks te googlen, te scrollen op zijn favoriete sites, waaronder Marktplaats.nl. Ook ging er veel tijd op aan het mailen, chatten, twitteren en gokken met zijn digitale vrienden. Vele minuutjes aan elkaar geregen vormden dagelijks een paar uur. De persoonlijke digitale handel en wandel van deze medewerker was fors doorgeschoten. Dit alles in de tijd van zijn baas, die braaf maandelijks een volledig salaris overmaakte.

Zonder de inhoud van de ellenlange rij van berichtjes te bekijken of van alle sites te beoordelen, is er door de werkgever actie genomen. De medewerker was eerst mondeling op dit internetgebruik veelvuldig aangesproken. Vervolgens had de baas in wat strakker jargon gewaarschuwd. Daarna was in verschillende tussentijdse beoordelingsverslagen schriftelijk melding gemaakt van dit internetmisbruik.

De betreffende medewerker had steeds even het leven gebeterd na iedere reprimande. Door zijn digitale vrienden werd hij steeds uitgelokt om zijn oude gewoonte weer op te pakken. Het geduld van de werkgever was uiteindelijk opgeraakt. De vraag was nu of een ontslag op grond van deze ontembare digitale hunkering tot de mogelijkheden behoort.

In een geval als dit is het mogelijk om de arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder dat een extra vergoeding betaald behoeft te worden. De hoofdregel is namelijk dat de werknemer ruim voldoende de gelegenheid heeft gekregen zijn gedrag te veranderen.

Dat hij dit niet heeft gedaan, dient dan voor zijn risico te komen. Het gedrag van de werknemer leidt ertoe dat de arbeidsovereenkomst op grond van een dringende reden kan worden ontbonden. Voor toekenning van een vergoeding aan de werknemer is in het algemeen dan geen grond.