’Zo lekker dit hé? Dit is toch echt mooi werk zeg. Wat hebben jullie geluk dat dit werk bestaat. Echt. En het is niet alleen mooi werk, maar elke stekje verbetert de wereld hé? Ken je dat liedje van Bram Vermeulen? Ik heb een steen verlegd? Door het verleggen van die ene steen zal de stroom nooit meer hetzelfde gaan? Zo is het met stekken ook. Elke stek telt.
Realiseren jullie je dat eigenlijk wel? Dat jullie de hele tijd nieuw leven aan het maken zijn? Elk stekje is een nieuw begin, een geboorte. Wacht even, Lars, zet de band eens stil? Hier, zie je dit ene stekje? De impact van dit kleine dingetje op de wereld is echt enorm. Let maar op. Dit stekje hier komt uit Afrika, geknipt door moeders die hard werken om te voorkomen dat hun kindjes van die Biafra-buikjes ontwikkelen. Daarna komt het met het vliegtuig hierheen. Ze vliegen bijvoorbeeld met Martinair. Als je erover nadenkt, wij zorgen er dus een klein beetje voor dat de directeur van Martinair ’s zomers met zijn blote bast op een tropisch eiland kan gaan liggen cocktailen.
Maar het wordt nog erger: wij steken die stekken in een veenmengsel. Uit Estland bijvoorbeeld. Dus die Sjouf op die grote loader? Die de hele dag dat veen bij elkaar rijdt? Wij dragen er aan bij dat ’ie ’s avonds in zijn smotsige witte hemd voor zijn afgebladderde halfgestuukte huis, zijn dagelijkse shaggie en pintje kan nuttigen. Briljant toch?
En nog wat, we hebben ook invloed in Griekenland, wisten jullie dat? Want die Lars hier, zit vanmorgen te vertellen dat ’ie van het geld dat ’ie hier verdient een ticket koopt naar Chersonissos. Alwaar ’ie, met zijn stek-centjes dus, deze zomer bij de plaatselijke Kees Kroket elke avond 7 frikandellen speciaal naar binnen schuift, want dat Griekse eten is echt niet te nassen. Dat Kees, die natuurlijk eigenlijk Michael uit Den Haag heet, dit najaar dit stekje wel eens kon kopen om zijn Nederlandse tuin aan te kleden, dat maakt het cirkeltje weer rond.
Maar jongens, we zijn vandaag niet op school, genoeg wereldoriëntatie voor nu. We hebben een wereld te voeden! Druk, druk. Lars? Gooi die band maar weer aan!’