Wat heeft een experiment met mobiele freesiateelt in Nederland te maken met de teelt van statice in Ethiopië? ’Zonder het een was het ander nooit gebeurd’, zegt freesiateler René van Dijk uit Naaldwijk. Eigenlijk zou hij zijn freesiabedrijf in Nederland wel willen uitbreiden, maar hij twijfelt of dat verstandig is. „Het is best lastig om aan goed personeel te komen voor het werk in de freesia’s.”
Behalve freesia in Naaldwijk teelt René van Dijk ook statice in Ethiopië. Hij begon daar in 2005 aanvankelijk met twee collega’s om freesiaknollen te telen. Die moesten dienen als uitgangsmateriaal voor een mobiel teeltsysteem in Nederland. Proeven gingen goed, maar grootschalig doorpakken leidden tot matige kwaliteit en de afzetmarkt zakte destijds in. Er volgden proeven met een aantal teelten, waar Limonium sinuatum (statice) als beste uit kwam. Dat ging beter. Sinds 2016 heeft Van Dijk samen met Barendse Freesia in Ethiopië nu 7 ha statice en 2 ha alstroemeria.
Eigenlijk zou Van Dijk ook met zijn kwekerij in Nederland wat willen groeien om efficiënter te kunnen werken. Vier hectare ziet hij als een mooie omvang. Hij twijfelt echter of hij er verstandig aan doet. „Het plezier van ondernemen hangt voor een groot deel af van de collega’s. Ik heb altijd graag met Nederlandse mensen gewerkt, maar de meesten daarvan zijn met pensioen. Ik maak nu meer gebruik van uitzendkrachten. Ze leveren goed werk, maar ik voel de sfeer langzaam wegebben. Dat is geen discriminatie. Ik heb graag rechtstreeks contact met mensen, en het is jammer als ze de taal niet spreken. Wat ook meespeelt: hoewel het knippen van freesia’s relatief eenvoudig werk is, duurt het een half jaar voor je het onder de knie hebt. Dit heeft me meerdere keren tegengehouden om mijn bedrijf uit te breiden. Het speelt wel continu in mijn achterhoofd mee.”
Week 45 is de kwekerij van freesiateler René van Dijk uit Naaldwijk belicht in de rubriek Bedrijfsscan. Het artikel is online te vinden in ons digitale magazine.