Huppelen

‘De trayvuller is kapot’. Ik sta op van mijn stekstoel en loop er heen. Het zal wel meevallen denk ik nog. Zekeringetje ofzoiets. De lopende band draait nog maar de grondopvoer doet het niet meer. Als ik het kastje openmaak komt een brandlucht me tegemoet.

Dat is niet goed. En morgen heb ik nog wel 20 pubers aan het steksteken.

‘Heb je dat gezien in kap 10? Je kan zo onder de fundering door naar buiten kijken; daar zit een keigroot gat’. Onderweg naar de ramp gaat de telefoon. ‘Heb jij nog 36.000 mix voor aanstaande vrijdag, net als vorig jaar?’ ‘Nee, sorry, die heb ik niet’. ‘Niet?’ ‘Nee, ik geloof dat de zon zich al sinds oktober verstopt, ze groeien nog helemaal niet, mijn planten. Ik merk nog niks van die beloofde opwarming van de aarde’. Intussen zie ik dat een standpijp van de kas is losgeraakt en het regenwater een grote krater heeft geslagen.

Mijn mobiel piept, bijna half 4. Ik mag vandaag de kleine uit school halen. Ontzettend chagrijnig scheur ik naar school. Ik ben net op tijd om te zien hoe ze, met haar jas open, uit school komt gehuppeld. Ze lacht. Zoals meestal trouwens. ‘Hoe was het op school?’ ‘Leuk, hoe is het met de plantjes papa?’ ‘Nou papa, heeft het nogal druk, dus ik ga meteen weer terug naar de kas.’ ‘Mag ik mee?’ ‘Tuurlijk mag jij mee’.

En zo huppelt ze vrolijk langs me op het hoofdpad weer richting kap 10. Ik voel me schuldig dat ik alweer moet werken. Ze pakt mijn hand en ik begin spontaan mee te huppelen. Hey, dat lucht op. Aangekomen bij de krater lijkt die wel kleiner geworden. Ik schuif de buis terug in de mantel. ‘Zo. Dat gat laat ik morgen wel iemand dichtgooien’. ‘Goedzo papa!’ En ze huppelt weer terug naar voren.

Terwijl zij huppelt bel ik de elektricien. ‘Ik kom straks wel even kijken’. Mooi. En meteen daarna bel ik mijn klant. ‘De zon is hier eindelijk gaan schijnen, volgende week vrijdag kan ik ze wel leveren’. ‘Ok, dan schuiven we het gewoon een week op’.

Echt waar, huppelen werkt. Probeer maar! Huppel je hoofdpad op en neer. Huppelen is de garantie voor een glimlach. Je huppelt, je lacht en hup, het is ineens lente!