Het handelsconflict tussen China en de Verenigde Staten beheerst de financiële krantenkoppen. Deze strijd beïnvloedt op allerlei manieren de exportkansen van de Nederlandse sierteeltsector.
De Amerikaanse president Donald Trump stookt de handelsstrijd met China steeds verder op. Op 23 augustus maakte hij bekend dat de importtarieven op 550 miljard dollar aan Chinese goederen per 1 oktober met 5% omhoog gaan. Die maatregel volgt op een pakket andere tariefsverhogingen, dat op zondag 1 september in werking treedt. China kondigde eerder als tegenzet al een invoertarief aan voor allerlei Amerikaanse goederen. Hoewel beide landen geen belangrijke exportbestemmingen zijn en duizenden kilometers bij Nederland vandaan liggen, heeft het handelsconflict wel degelijk impact op de vooruitzichten voor sierteelt- en plantenbedrijven.
Rem Amerikaanse economie
De handelsoorlog dreigt namelijk een rem te zetten op de groei van de Amerikaanse economie. Het bedrijfsleven daar is meer geld kwijt aan goederen uit China, terwijl de onvoorspelbare acties van Trump voor onzekerheid zorgen in de financiële sector. In de eerste helft van het jaar lag de economische groei in de VS nog boven de 3%. Uit een peiling van financiële nieuwsdienst Bloomberg blijkt dat economen rekening houden met een groei van minder dan 2% in het lopen de kwartaal. Een derde van de ondervraagden denkt dat er binnen een jaar een recessie aankomt in de Verenigde Staten. En als Amerika niest, wordt Europa verkouden. Denk maar aan de wijze waarop de Amerikaanse kredietcrisis in 2008 omsloeg naar een Europese schuldencrisis.
Oppassen voor recessie
Een vertraging van de economische groei in Europa is slecht nieuws voor de handel in bloemen en planten. Het staat natuurlijk niet vast dat er een recessie aankomt in de Verenigde Staten. De Amerikaanse centrale bank heeft onlangs de rente iets verlaagd om de economie een impuls te geven. De voorzitter van deze zogeheten Federal Reserve Jerome Powell vertelde daarbij wel dat hij voorlopig geen aanleiding ziet voor een volgende rentezet. Die visie herhaalde hij eind augustus op de jaarlijkse bijeenkomst van centrale bankiers in Jackson Hole. Dat werd hem niet in dank afgenomen door Trump, die zich hardop afvroeg of Powell misschien een grotere vijand van de Amerikaanse economie is dan de Chinese premier Xi Jinping.
Trump zou het liefst zien dat Powell de rente flink verlaagd. Hierdoor krijgt de economie een duw in de rug, terwijl de dollar juist terrein verliest. Financiële partijen gaan dan namelijk op zoek naar een valuta met een aantrekkelijker renteniveau – net zoals sommige spaarders voortdurend speuren naar de hoogste spaarrente. Die lage dollar verbetert de concurrentiepositie van het Amerikaanse bedrijfsleven. Een dalende dollar leidt gebruikelijk tot een stijging van de valuta’s van met name opkomende landen. Dat is een nadeel voor bedrijven die invoeren uit landen zoals Ethiopië, Kenia en Colombia. Voor wie concurreert met ondernemingen uit dollarlanden is dit juist een voordeel. In afwachting van meer oorlogstaal van Trump kan het dan ook geen kwaad om goed in kaart te brengen welke risico’s en kansen er op de valutamarkt ontstaan als de handelsoorlog verder oplaait.