Vruchtbomen zijn tijdens bewaring en transport gevoelig voor ethyleen, zo blijkt uit onderzoek door PPO Fruit. Ethyleenschade is echter te voorkomen door ruimtes goed te ventileren en bomen bij zo laag mogelijke temperatuur te bewaren.
Uit eerder onderzoek bleek dat vooral perenbomen gevoelig zijn voor ethyleenschade. In het recente onderzoek is de gevoeligheid van diverse rassen tijdens bewaring aangetoond, gedurende een week blootstelling aan 1 ppm ethyleen, bij een temperatuur van 1,5-2°C. ’Triumph’ bleek extra gevoelig, gevolgd door ’Conference’ en Doyenné du Comice. Xenia en ’Williams’ waren het minst gevoelig. Schade was in de vorm van uitlopende knoppen, callusvorming, gescheurde bast en bruinverkleuring van de bast.
Ethyleenschade tijdens transport (bij 15°C en 1 ppm ethyleen gedurende een week) leidde ook bij perenbomen tot schade, vooral bij ’Conference’. Daarnaast was er schade bij pruimenrassen ’Victoria’ en ’Opal’. Naast de schade had ethyleen een ander effect: extra worteluitloop en witte puntjes op de wortels.
Ethyleengas wordt bijvoorbeeld geproduceerd door verbrandingsmotoren en rijpend fruit. Ook diverse soorten vruchtbomen produceren het gas, maar dit is zo weinig, dat bomen geen ethyleenverhoging zullen veroorzaken die schadelijk kan zijn.
Kersenbomen produceren meer ethyleen dan appel, peer en pruim. PPO kan echter niet uitsluiten dat de verhoogde concentratie te wijten is aan een stressreactie. Dit als gevolg van het inkorten van kersenbomen, zodat ze passen in bewaarcontainers.
Het onderzoek was uitgevoerd in opdracht van de LTO-Cultuurgroep voor Fruitgewassen. Financiering was afkomstig van het Productschap Tuinbouw. Het onderzoeksrapport is te downloaden vanaf de PT-site.