Oké, hier gaan we: Xylella, buxusmot, Cylindrocladium, taxuskevers, tabakstrips, Phytophthora ramorum, Aziatische boktor, bacterievuur, het dennenhoutaaltje, kastanjekanker, plataankanker. Melampsora, druifluis, Frank Snoeks, de paddenvleesvlieg, perenpokmijt, de Euonymus-luis (ja, die is er echt, ik schrok er ook van), natuurlijk de suzuki-fruitvlieg en de essenprachtkever. En ja, is dat dan de essenpracht-kever, of de essen-prachtkever, zegt u het maar.
In een andere categorie, de tijgermug, coloradokever, de muskusrat, de Amerikaanse vogelkers, alligatorkruid, jawel, de reuzenberenklauw, de Japanse duizenknoop, of de gestekelde duizendknoop, allebei niet goed, de waterhyacint, de grote waternavel en de chinese muntjak. De kleine waterteunisbloem is een groot gevaar, de schijnambrosia, want die doet alsof en (niet zo) fraai lampenpoetsersgras. Problemen, problemen. Enzovoort natuurlijk.
En als we dan toch bezig zijn het volgende lijstje, fipronil, imidacloprid, thiacloprid, glyfosaat, onkruidbranders, deltamethrin, linuron, abamectine, flumioxamin, oxazepam (maar dan alleen het gebruik door tuinders zelf). Mesurol, pyristar, azijn en azijnpissers. U mag het gerust aanvullen hoor.
Problemen genoeg dus. En steeds minder oplossingen, want die zijn ook een deel van het probleem geworden. En naast dat je een aardig woordje over de grens moet spreken om al die termen en woorden een beetje bij te houden, mag je voor alles ook nog eens proberen in te schatten hoe groot het gevaar is voor je eigen toko. Want denk je dat bijvoorbeeld bollenmijten alleen in bloembollen voorkomen. Duh, vergeet het maar, die zitten dus ook gewoon soms in Euonymus te smikkelen en smullen.
Maar zoals mijn opa al zei, en die zal het ook wel ergens gejat hebben hoor:
Het allerergst van alle plagen, in deze dagen, zijn de mensen aan de top, het zijn van die meneren, die lopen te jeremiëren, altijd te lamenteren, die het goeds negeren en eeuwig rederen, als een kip zonder kop.
Blijf nadenken en doe er uw voordeel mee.
