Fiscale oudedagsreserve bij echtscheiding

Vorige week werd ik opgebeld door een studente van de juridische faculteit. Of ik even tijd had? „Waarvoor”, vroeg ik. Zij wilde mij enkele vragen stellen over mijn dagelijkse praktijk.

Haar eerste vraag was welke persoonlijke eigenschappen de belangrijkste zijn voor ons vak. „Je moet houden van lezen, van puzzelen en inlevingsvermogen hebben”, was mijn spontane antwoord. „Kunt u een voorbeeld geven”, klonk het aan de andere kant van de lijn. „Ja, een echtscheiding in geval van een man-vrouwmaatschap. Dat geeft een heleboel juridisch, fiscaal en financieel gedoe.”

Ik dacht terug aan de afwikkeling van een man-vrouwmaatschap in de boomkwekerijsector. In de landbouw en dus ook in de boom- en plantenkwekerij moet je daarbij altijd extra opletten. Deze oplettendheid is geboden omdat er voor deze sectoren nu eenmaal extra wetten en regels gelden. Daaraan hoeft een mediator of advocaat gewoonlijk niet te denken.

Deze afwikkeling had een paar extra dimensies. De grond, gebouwen, machines en plant- en boomopstanden etcetera waren al getaxeerd. Er was een werkelijk schitterend machinepark met een forse stille reserve. Aan de hand van de taxaties moest de slotbalans worden opgesteld. Daarop prijkten naast ieders eigen vermogen een tweetal fiscale oudedagsreserves. Verder was, naast enkele schulden, een fikse belastinglatentie opgenomen. Die hield verband met die stille reserves. Daarbij was er een jonge advocaat die het belang van een van de partijen behartigde. Hij deed werkelijk zijn best alles voor zijn klant uit het vuur te slepen.

De slotbalans leidde tot het voorstel dat er geruisloos zou worden doorgeschoven. Een partij werd uitgekocht waarbij een deel van de belastinglatentie van de overnamesom werd afgetrokken. De jonge advocaat wilde namens de partij, die zou worden uitgekocht, alleen met het voorstel akkoord gaan mits zijn partij de fiscale oudedagsreserves (FOR) geruisloos zou krijgen. Zijn klant moest immers een oudedagsvoorziening hebben. Wellicht dat de FOR van beiden daarvoor voldoende was.

Deze jonge advocaat is wellicht een briljante echtscheidingsadvocaat geworden. Hij ging met zijn voorstel dramatisch aan de werkelijke aard van de FOR voorbij. De FOR ontstaat bij veel ondernemers als prettige aftrekpost, die niks kost. Deze reserve is een vooruitgeschoven inkomstenbelastingclaim. Zodra de FOR moet worden afgewikkeld, is het of afstorten of inkomstenbelasting betalen. Op het einde kost de FOR dus geld en ben je die dus liever kwijt dan rijk!