Nederlandse bedrijven lijken te profiteren van de aanhoudende handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. Dat blijkt uit een rondgang door het Financieele Dagblad (FD) langs verschillende sectoren. Met name bedrijven in de land- en tuinbouwsector constateren een groeiende interesse vanuit China om meer en intensiever samen te werken. Bureaucratische obstakels die tot voor kort een lange adem vereisten, kosten nu minder tijd om te worden opgelost, zo merken veel ondernemers.
Het handelsconflict tussen beide grootmachten begon circa anderhalf jaar geleden. De Verenigde Staten en China hebben bij de import over en weer strafheffingen opgelegd. Inmiddels hebben de Verenigde Staten voor 250 miljard dollar aan jaarlijkse Chinese import extra belast. Andersom gaat het om importen ter waarde van 110 miljard dollar per jaar.
Nederland heeft duidelijk voordeel bij de opgelopen spanningen, waarbij bedrijven in de landbouw- en voedingssector met name kunnen profiteren, zegt Aalt Dijkhuizen, mededirecteur van Holland Center China. “Als het gaat om samenwerking met Amerikaanse bedrijven zit de rem er in China op, bij de onze wordt juist gas gegeven.”
“De sfeer is anders”, zegt Frank Hollaar, sectorleider tuinbouw bij advies- en accountantskantoor Flynth. Hij werkt aan een groot gezamenlijk tuinbouwproject aan de oostkust van China. “De drang om zelfvoorzienend te zijn was er al, maar wordt door zo’n handelsoorlog versterkt. Daar liggen veel kansen voor de Nederlandse tuinbouw.”