Westland en Oostland hebben op 7 december een convenant ondertekend met Gasunie, provincie Zuid-Holland en het Rijk om samen te werken aan een aansluiting op WarmtelinQ. Deze zogeheten WarmtelinQ is een leiding voor het transport van warmte van de Rotterdamse haven naar Den Haag. Hoewel de restwarmte van fossiele oorsprong kan zijn, wordt deze door de Europese Unie als CO2-vrij gezien.
Gasunie en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat besloten begin november in deze leiding te investeren. Met een aansluiting op WarmtelinQ kunnen delen van de glastuinbouwsector en de gebouwde omgeving in de toekomst worden voorzien van warmte uit de haven van Rotterdam. Naast de glastuinbouwgemeenten Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp, Waddinxveen, Westland en Zuidplas sluit ook de gemeente Zoetermeer aan bij het convenant.
Uit studies is gebleken dat warmte uit het havengebied nodig is om de glastuinbouwclusters in Westland en Oostland volledig te kunnen verduurzamen. De glastuinbouw loopt voorop met aardwarmteprojecten. De beschikbare aardwarmtebronnen zijn echter onvoldoende om daarmee de volledige warmtevraag van de glastuinbouw te dekken. Daarvoor is aanvullend warmtelevering vanuit de Rotterdamse haven nodig. Ook voor de woningen en andere bedrijven in Westland en Oostland wordt het daarmee op termijn mogelijk om te verduurzamen.
Westland
De gemeente Westland, glastuinbouwondernemers en Warmte netwerk Westland (WnW), een samenwerking tussen Capturam en HVC, werken nauw samen aan de verduurzaming van de regio. De warmtebehoefte van de 2.300 ha kassen schommelt rond de 1.000 megawatt in de winterpiek. Met de ondertekening van dit convenant werken gemeente en WnW samen met Gasunie en Glastuinbouw Nederland aan de (financiële) ondersteuning voor de verdere ontwikkeling van het Warmtesysteem Westland en de voorbereiding op een aansluiting op WarmtelinQ.
De partijen tekenen hiermee voor een gezamenlijke besparing van circa 200 miljoen m3 aardgas en 350.000 ton CO2 per jaar. De koppeling tussen WSW en WarmtelinQ kan tot wel 100 megawatt extra warmte leveren, wat ongeveer gelijk staat aan de productie van 5 lokale aardwarmtebronnen.
Oostland
De Oostland-gemeenten streven ernaar om uiterlijk in 2050 1.680 ha kas en 120.000 woningen van het aardgas af te krijgen. Lokale aardwarmte kan in Oostland naar verwachting voorzien in ongeveer éénderde van de totale warmtebehoefte. De rest zal dus van buiten moeten komen. Samen faciliteren de gemeenten en de glastuinbouwsector de komst van een regionaal warmtenet. De verdeling van aardwarmte én restwarmte via dit warmtenet gebeurt fasegewijs over alle glastuinbouwgebieden en de geschikte woonwijken. Voor dit regionale warmtenet is daarom een koppeling voorzien op WarmtelinQ.
Verwacht wordt dat de vraag naar CO₂-vrije warmte uit het Rotterdamse havencomplex op termijn groot wordt. Landelijke rapporten voorspellen dat meer dan de helft van de warmtevoorziening via warmtenetten gaat plaatsvinden. Daarvoor zijn nog veel zaken die geregeld moeten worden, niet in de laatste plaats de financiële aspecten, zoals adequaat fiscaal beleid en een Warmtewet, die er samen voor zorgen dat warmtedistributienetten in een hoger tempo aangelegd kunnen worden.