De komende jaren besteedt de EU €7 miljoen aan onderzoek rond Xylella fastidiosa. Want er zijn nog veel vragen onbeantwoord, zo bleek vorige week op een internationale workshop over de bacterie.
De workshop was in Brussel en werd bijgewoond door vrijwel allemaal wetenschappers en onderzoekers van over de hele wereld. LTO-bestuurder Jan Veltmans was er ook bij. „De materie is ontzettend complex, want er zijn verschillende dna-strengen van Xylella. In Costa Rica zijn bijvoorbeeld meerdere dna-strengen in één plant gevonden.”
In Amerika vindt al sinds de jaren ’70 onderzoek plaats naar de diverse strengen. Ondanks dat is er nog veel meer onderzoek wereldwijd nodig. „Xylella is heel ongrijpbaar”, aldus Veltmans. „Ook zijn er nog vragen over het overbrengen van de bacterie in planten, voornamelijk via speeksel van spuugbeestjes en in mindere mate van cicaden.”
Lichtpuntjes
De bacterie wordt beschouwd als een van de gevaarlijkste organismen voor planten ter wereld, maar Veltmans zag na de workshop een aantal lichtpuntjes voor de Nederlandse boomkwekerij. „Hoe kouder het klimaat, hoe meer kans dat de bacterie dit niet overleeft. Ook komen cicaden in Noord-Europa veel minder voor dan in Zuid-Europa. En de bacterie heeft wel veel waardplanten, maar er zijn ook resistente rassen bekend.”
Xylella zit al enkele jaren in Zuid-Italië en dook afgelopen zomer op in Corsica. De bacterie zal ook op andere plekken in de EU worden gevonden, zo voorspelden onderzoekers tijdens de workshop. „Als sector moeten we daarom waakzaam blijven”, aldus Veltmans. „En teelten beginnen met schoon basismateriaal.”
