Vanmorgen viel mij een klein berichtje op in de krant: E.O. Wilson is overleden, de wereldberoemde bioloog die de eerste Nobelprijs voor natuurbehoud en biodiversiteit had moeten krijgen. Maar dat kan niet meer, want hij is dood en de prijs bestaat nog niet.
De Nobelprijs is het hoogst haalbare voor de wetenschap, maar voor een van de grootste uitdaging van deze tijd bestaat er geen. Ik legde mijn krantje neer en nam een slok van mijn thee.
E.O. Wilson bracht in de jaren 80 het begrip biofilie voort: de natuurlijke affiniteit van de mens met natuur. Wilson stelt dat de verbondenheid met natuur een van de meest essentiële kenmerken is van de mens. We moeten de natuur beschermen, niet vanwege nut of in geld uitgedrukt natuurlijk kapitaal, maar gewoon omdat wij van natuur houden. Onze liefde voor natuur, een aangeboren eigenschap, moet de basis zijn voor natuurbescherming.
We leven op een planeet die feitelijk onontdekt is. Er zijn 6.000 bacteriesoorten bekend, maar dat aantal vind je in één enkele gram goede tuingrond! Zestigduizend soorten schimmels zijn beschreven, maar men schat dat er meer dan 1,5 miljoen bestaan. We weten niet hoe al die ecosystemen werken, maar wel dat we er afhankelijk van zijn.
Toch is dat volgens Wilson niet de belangrijkste reden om de natuur te beschermen. „De natuur komt tegemoet aan onze kunstzinnige, emotionele, intellectuele en spirituele verlangens. Daar valt geen prijskaartje aan te hangen.”
Al die discussies over het nut en noodzaak van groen kunnen de prullenbak in. GROEN IS VAN WEZENLIJK BELANG! OMDAT WIJ VAN NATUUR HOUDEN! Nou, daar kan ik 2022 wel mee in..