Stoppen of doorgaan met de Floriade? Die keuze verwacht de gemeenteraad van Almere over veertien dagen te maken. Donderdag 14 mei is de gemeenteraad geïnformeerd over de consequenties van de verschillende scenario’s. Tijdens de discussie die volgde, bleken partijen weinig vertrouwen te hebben in het laten doorgaan.
Zowel stoppen als doorgaan kost extra geld, ten opzichte van de reeds uitgegeven miljoenen. Vooralsnog lijkt doorgaan meer te kosten dan stoppen. Daarbij wordt wel gelijk de kanttekening geplaatst dat er nog veel onduidelijk is. Zo is het nog onduidelijk wat stoppen voor juridische en financiële gevolgen heeft. Ook is het lastig in te schatten in hoeverre er bij doorgang nog landeninzendingen en sponsoren bijkomen.
Kritisch
Met name de oppositiepartijen bleken donderdagavond kritisch te staan ten opzichte van het door laten gaan van de Floriade. De PVV bleek ronduit tegenstander te zijn van het laten doorgaan. Partij voor de Dieren vroeg zich af of de Floriade nog steeds het aangewezen evenement is om aandacht te krijgen voor natuur en milieuvraagstukken en de PvdA vroeg zich af of de Floriade positief zou zijn voor Almere, zeker als deze in afgeslankte vorm door zou gaan.
Niet blind staren
Ook coalitiepartij VVD is plotseling niet meer zo zeker of Floriade nog door moet gaan. Colette Holter: „We zien het nog steeds als een mooi middel voor meer werkgelegenheid en meer toerisme. Maar we moeten ons daar niet op blind staren, en ook oog hebben voor de risico’s die de organisatie van de Floriade met zich mee zou brengen.”
Mogelijkheden en consequenties
Volgende week krijgt de gemeenteraad een gedetailleerdere presentatie van de kosten van de verschillende opties. Daarnaast zullen de gemeenteraadsleden in gesprek gaan met de betrokken partijen om een beter beeld te krijgen over de mogelijkheden en de consequenties.
De verwachting is dat donderdag 28 mei een knoop wordt doorgehakt over de toekomst van de Floriade. Lees hier alvast het rapport ‘Effecten van scenario’s voor de Floriade’ van bestuurlijk verkenner Harry van Dorenmalen (na de schriftelijk reactie van B en W van Almere op het rapport).
