Vervolgonderzoek naar essentaksterfte is belangrijk voor de boomkwekerij, daarom mag de onderzoeksfinanciering verwacht worden van de sector. Dat schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma in een brief aan de Tweede Kamer.
De staatssecretaris van Economische Zaken beantwoordt in de brief vragen die Kamerlid Jaco Geurts (CDA) vorige maand had gesteld over de essenziekte, het stilgevallen onderzoek en de uitblijvende steun van de overheid.
In de ogen van Dijksma is de boomkwekerij nog steeds aan zet bij voortzetting van het onderzoek, ondanks het wegvallen van het Productschap Tuinbouw. In de sector wordt Fraxinus excelsior immers gebruikt als uitgangsmateriaal voor de bosbouw en als onderstam voor laan- en sierbomen.
Dijksma beantwoordt niet de vraag of zij bereid is zich in te spannen voor alternatieve financiering, evenmin geeft ze aan of de overheid bereid is mee te betalen. Aangezien essentaksterfte een grensoverschrijdend probleem is, ondersteunt de staatssecretaris wel het internationale onderzoek. Ze vertrouwt op onderzoeksdeskundigheid in Wageningen om hiervoor „een gepaste bijdrage te leveren”.
Volgens de staatssecretaris kan de ziekte vooralsnog alleen worden bestreden door aangetaste bomen te verwijderen. Dijksma vindt dat een primaire taak voor kwekers en groenbeheerders.
