Meer bomen is minder inbraken. Dat hebben ze tenminste in Amerika onderzocht en als conclusie getrokken.
Nu kun je bij veel onderzoeken denken: ‘had dat geld voor dat onderzoek aan mij gegeven en ik had je hetzelfde verteld’, maar hier kunnen we wel wat mee natuurlijk.
Het onderzoek ging nog wat verder zelfs: 10% meer bomen is 12% minder inbraken. Als je even doorrekent zijn er toch bij 80% meer bomen niet veel inbraken meer over. Maar goed, niet iedereen kan tegenwoordig in een bos wonen. Nadeel van het onderzoek is dat ze niet hebben onderzocht waarom het zo is. Meer blad is minder braak, daarna was het onderzoeksgeld zeker op.
Dus, beste politiemevrouwen en -meneren, u moet geen boeven proberen te vangen, maar bomen gaan planten. En veel. Voorkomen is immers beter dan genezen. Hoe meer bomen jullie planten, hoe blijer wij worden als boomkwekers. Zoeken wij zelfs wel voor jullie uit welke rassen het meest inbraakwerend zijn. Wij houden wel van een beetje marktwerking en een keuze voor een afzetsegment is helemaal hot tegenwoordig.
‘Wat doe jij voor de kost?’ ‘Ik kweek anti-inbraakbomen’. Nou, dan heb je op elk feestje zeker de lachers op je hand. Beetje handige vormsnoeier kweekt er dan zeker nog een tralierek in. Of het logo van de politie. Kan ie elke vijf jaar een ander logo kweken. Toegevoegde waarde is makkelijk, we hangen er de handboeien alvast in. Niet dat ze nog nodig zijn, maar als nostalgie. ‘Die hadden we vroeger nodig om inbrekers mee vast te maken, zoon.’ ‘Wat zijn dat, inbrekers, pap?’.
Maar waarom zijn er minder inbraken als er meer bomen staan? Zijn boeven bang voor eikenprocessierupsen, zien ze door de bomen het bos niet meer, of zijn het gewoon niet zulke natuurmensen. Want al die openstaande schuurdeuren in het buitengebied bevestigen zonder meer de conclusie van het onderzoek. Blijkbaar hebben boomkwekers niets te vrezen.
Misschien moeten we toch, zeker in vakantietijd, wat voorzichtiger zijn. De politie mag dan onze beste vriend zijn, dat ze onze beste klant wordt, is toch nog wel ver weg.