De poort van het perceel in Pinneberg zwiept open. Lange proefbedden vertonen enorme verschillen in onkruidgroei. Geen sprietje onkruid, alleen Nordmann. Of zoveel onkruid, dat je door de bomen het sparrenbos niet meer ziet.
Aan de steeketiketten die om de paar meter in de bedden zijn geprikt, valt weinig af te lezen. Alleen een cijfer tussen 1 en 20. De boomteeltvoorlichter die me naar dit perceel bracht, legt uit dat hier twintig middelen uit de Duitse akkerbouw worden beproefd.
Er zijn contactherbiciden in een lage dosering gebruikt. Sinds de Nordmann-zaden zijn opgekomen, is daar al vier keer mee gespoten. Dat is wel gebeurd onder de juiste weersomstandigheden, zegt de voorlichter, maar beslist niet in een hogere dosering. Want dat zou toch maar leiden tot een voorspelbaar resultaat. Verbrande zaailingen.
Sommige middelen blijken het bed al duidelijk brandschoon te houden. Honderden kleine sparretjes kunnen ongestoord verder groeien. Als dit zo doorgaat tot na de zomer, leveren de hoge zaadkosten een grote en mooie plantenoogst op. Het moet een droom zijn van iedere zaailingenkweker.
Andere herbiciden lijken juist te zorgen voor de nachtmerrie van elke kweker. Grote en brede onkruiden die de kleine sparretjes geen sprankje licht meer gunnen. Daar gaan die hoge zaadkosten, denk ik dan, en daar gaat die gewenste gewasopbrengst.
De Duitse akkerbouw is een dankbare bron van middelen. De voorlichter vertelt dat hij, om proeven te doen voor de boomteelt, immers altijd naar de akkerbouw kijkt. Naar de tuinbouw kijken heeft volgens hem geen zin, want die sector zou voor fabrikanten te klein zijn om eraan te verdienen. Als je tien middelen uit de akkerbouw beproeft, zit er één goeie bij voor de boomteelt, aldus de voorlichter.
Dat klinkt lucratief. Een kweker die ik na dit proefveld tref, beaamt dat het fijn is om zoveel mogelijk middelen tegen onkruid te kunnen hebben. Maar zonder herbiciden, zonder stomen en zonder Basamid moet de teelt ook mogelijk zijn, stelt hij. Gewoon, door met een hoop personeel de bedden op te gaan. Als iedereen dat zou doen, zouden de planten drie keer duurder worden en dan zouden klanten deze heus wel betalen.
Nog een droom van iedereen. Komt die ooit uit? De kweker uit Pinneberg geeft geen echt antwoord. Hij lacht alleen maar.
Foto: Arno Engels