CGN: Neem meer autochtoon op in genenbank

Tientallen bronnen van autochtone soorten zijn zo zeldzaam of gaan achteruit, dat ze dringend moeten worden opgenomen in de genenbank in Roggebotzand. Maar die genenbank is niet voor elk soort geschikt.

Dat blijkt uit een evaluatie van de genenbank voor inheemse bomen en struiken die uitgevoerd is door Centrum voor Genetische Bronnen Nederland. De genenbank voldoet aan internationale verplichtingen om de Nederlandse biodiversiteit in stand te houden. Sinds de aanleg in 2002 zijn er soorten opgenomen die inheems zijn, of autochtoon: soorten die zich sinds de laatste IJstijd op natuurlijke wijze hebben vermeerderd.

Onderzoekers van het CGN hebben 96 soorten beschouwd en adviseren hiervan 52 soorten op te nemen in de genenbank. Van die 52 staan er al 35 in de genenbank, maar voor een aantal blijkt de bodem in Roggebotzand niet geschikt. De bodem is namelijk slempgevoelig, heeft een lage vruchtbaarheid en daalt door inpoldering.

Autochtone genenbronnen van circa 30 soorten worden echter zo sterk bedreigd, dat de urgentie voor opname in de genenbank zeer hoog is, aldus het CGN. De evaluatie is uitgevoerd op verzoek van LNV. Dat ministerie bepaalt de verdere koers van de genenbank die beheerd wordt door Staatsbosbeheer. Klik hier voor het evaluatierapport.

Foto: CGN

Abonneer
Laat het weten als er
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties