Het kabinet ziet geen aanleiding om het tarief voor sierteeltproducten te verhogen van 9 naar 21%. Dit laat demissionair landbouwminister Schouten weten in een Kamerbrief op vragen van Kamerleden Lammert van Raan en Leonie Vestering van de Partij voor de Dieren. Het kabinet gaat niet in op hun verzoek om met ingang van de volgende LNV-begroting weer 21% btw te rekenen op bloemen, planten en bomen.
De oorspronkelijke redenen om sierteeltproducten vanaf 1975 onder het lage btw-tarief te brengen, is nog steeds van toepassing, schrijft Schouten. Uit het LEI-rapport Fiscale faciliteiten agrosector uit 2014 en het door onderzoeksbureau SEO uitgevoerde beleidsonderzoek agrobeleid uit 2019 volgt onder meer dat een btw-verhoging primair effect heeft op de consumentenbestedingen in Nederland. De consumentenbestedingen in sierteeltproducten zijn namelijk gevoelig voor veranderingen in de prijs, met name voor de lage inkomens.
Dat sierteeltproducten luxeproducten zijn en dus niet voor een laag btw in aanmerking moeten komen, vindt Schouten ook geen hout snijden. Ze wijst er op dat wel meer luxegoederen onder het lage tarief vallen, zoals boeken, kranten, tijdschriften, bioscoop-, circus-, dierentuin- en theaterbezoek.
Goed jaar
De Kamerleden Lammert van Raan en Leonie Vestering van de Partij voor de Dieren hadden de vragen gesteld, mede omdat veel sierteeltbedrijven ondanks corona een goed jaar hebben gedraaid in 2020. Dit rechtvaardigt volgens hen geen laag btw-tarief. Bovendien zit het hen dwars dat de sierteelt volgens hen vervuilt en ruimtelijk groeit, maar niet bijdraagt aan de voedselzekerheid.
Schouten vindt dat de discussie over gewasbescherming losstaat van de discussie over het btw-tarief. Dat neemt niet weg dat de bewindsvrouw meent dat in de sierteeltsector het middelengebruik naar beneden moet en dat gebeurt volgens haar ook. ‘Ook de sector zelf is van mening dat zijn milieubelasting moet verminderen. De cijfers van het CBS tonen een verlaging van het gebruik per hectare.
