De Brancheorganisatie Akkerbouw steekt van wal en gaat bij leden van organisaties én ongeorganiseerden bijdragen innen voor praktijkonderzoek.
De Brancheorganisatie Akkerbouw is de eerste in de Nederlandse land- en tuinbouw die nu alles voor elkaar heeft om aan het werk te gaan. Daar ging een lange procedure aan vooraf. Daarbij is door de betrokken organisaties (LTO Nederland en de Nederlandse Akkerbouwvakbond) en de overheid de weg verkend die nodig is om zo’n organisatie op poten te zetten die ook bij ongeorganiseerden een bijdrage kan afdwingen voor een gezamenlijk belang. LTO en de gewesten moesten bijvoorbeeld hun statuten aanpassen. In feite baant de Brancheorganisatie Akkerbouw de weg vrij voor andere sectoren om te volgen. In de sierteelt, met daarbij de boomkwekerij, wordt gewerkt aan een eigen brancheorganisatie.
Verbindend verklaard
Onlangs volgde de laatste en cruciale stap in het proces. Minister van Economische Zaken Henk Kamp verklaarde de activiteiten van de brancheorganisatie ‘bindend’. En dat wil zeggen dat de afspraken ook gelden voor niet-leden van LTO of de Nederlandse Akkerbouwvakbond. Om zo ver te komen moest aan tal van voorwaarden worden voldaan. Zo moeten de organisaties tweederde van de belanghebbenden verenigen, moet worden aangetoond dat de activiteiten ook echt in het belang zijn van alle ondernemers in de sector en via een internetconsultatie -waarop iedereen vrij kon reageren maar slechts 45 reacties binnenkwamen – moesten geen onoverkomelijke bezwaren naar voren komen. Tot slot moet ook helder zijn dat de verplichting een bijdrage te leveren geen onevenredige inbreuk op de ondernemersvrijheid betekent. Volgens Kamp is aan alle voorwaarden voldaan en kan de nieuwe brancheorganisatie van start.
Budget voor onderzoek
De brancheorganisatie gaat nu van elk bedrijf gemiddeld €500 vragen. Bijeen zorgt dat over 5 jaar voor een budget van €16 miljoen. De verwachting is dat dit via cofinanciering een nog aanzienlijk groter budget voor onderzoek voor akkerbouwers oplevert.