Bodem- en structuurverbeteraars leveren geen bijdrage aan verbetering van de bodemstructuur. Dat concluderen PPO en NMI na meerjarig onderzoek op klei- en zandgrond.
Van diverse bodem- en structuurverbeteraars die op de markt zijn, is het effect onderzocht op de bouwvoor en de opbrengst van landbouwgewassen. Dat is gebeurd tussen 2010 en 2015 door PPO Lelystad en het Nutriënten Management Instituut (NMI). Het eindrapport is zojuist verschenen.
De bodemstructuur verbeterde niet op landbouwpercelen van normale tot goede kwaliteit. Ook kon er geen opbrengstverhoging worden aangetoond. Er bleken wel incidenteel positieve effecten, maar niet structureel over jaren, locaties en/of grondsoorten.
Rekenend met de kosten van de producten, bleek het economisch resultaat juist een verslechtering ten opzichte van de referenties te zijn. Bodemverbeteraars toepassen op gronden van normale tot goede kwaliteit is daarom niet aan te raden, aldus de onderzoekers.
Volgens hen is een slechte bodemstructuur lastig te verbeteren. Schade voorkomen is daarom belangrijk. Wil je een goede bodemstructuur behouden, dan moet je voldoende organische stof aanvoeren, voldoende ruime vruchtwisseling toepassen en de juiste grondbewerking op het juiste moment uitvoeren.
Bron: De Boomkwekerij
