Dit moet toch wel echt bijna de mooiste periode van het jaar zijn niet? Oké, voor U kan ik het niet beoordelen maar voor een Euonymus-kweker echt wel hoor. Het begint zo eind januari met mooie verse nieuwe wortelpuntjes, krakend wit. Zo half februari de eerste bovengrondse groei, en dan begin maart de explosie. Overal volop fris schot, de helderste kleuren en weer beweging in het gewas na een lange winterstilstand.
Dit jaar ’zit’ ik al 37 jaar in de Euonymus. Niet normaal eigenlijk hè? Op mijn tiende prutste ik het eerste stekje in een bakje met potgrond. In de garage. Nu pruts ik er nog steeds per jaar een heleboel in. Als ik tenminste niet druk ben met de telefoon, de planning, luizen, tripsen, stekpoeders, potgrondmengsels, vakanties en gewoon niks doen.
En elk jaar is het hetzelfde. Tegen de tijd dat de mensen de winter echt kitsbeu zijn, heb ik het voorjaar al in mijn bol. Dan loop ik op zondagmiddag al in het zonnetje met mijn handen op de rug in de kas te genieten van de allermooiste ontluikende Euonymus-scheutjes. En dan weet ik dat op maandag de telefoontjes weer gaan toenemen. Aanvraagjes, vraagjes, bestellinkjes en meer van dat.
En zo ken ik de hele cyclus uit mijn hoofd. Worteltontwikkeling, scheuten en lengte, de eerste week van april oogsten we alweer de eerste eigen stekjes. In week 22 doen we dat ene aparte soortje en voor week 28 moeten die crème-kleurige gestekt zijn anders worden ze dit jaar niet meer goed en dan staan ze zomaar 16 weken langer op mijn kwekerij.
En weet je wat het is? Zelfs na 37 jaar heeft deze teelt nog steeds geheimen voor mij. Het is elk jaar toch net iets anders. Iets, en je weet tevoren nooit wat, maakt het jaar toch gewoon weer spannend. Een zekerheidje.
Ja, er lopen hier genoeg mensen in en uit die mij wel eens vragen waarom ik nog steeds Euonymus doe. Of ik niet iets anders zou willen kweken. En ja, ik heb wel eens een klein uitstapje gemaakt, eerlijk is eerlijk. Maar dat bevredigde mij toch lang niet zo fijn als mijn eigen ‘good-old’ plantje.
Nee, ik weet het zeker, mijn teeltje, ik hou ervan, ’t is nog lang geen Beu-onymus.