De Bossenstrategie die ruim een jaar geleden werd gepresenteerd zet doelen uiteen voor het Nederlandse landschap in 2030. Het streven is dat er in dat jaar 37.000 ha extra boomaanplant in Nederland is gerealiseerd, waarvan 19.000 ha buiten het Natuurnetwerk Nederland. Over de soorten die aangeplant moeten worden om die doelen te halen, en hoe er zoveel bomen geproduceerd kunnen worden, gaat het recente rapport ’Planten voor de toekomst’.
Boomzaad voor deze opgave moet afkomstig zijn uit autochtone en bosbouwkundige herkomsten die zijn opgenomen in de Rassenlijst Bomen. De beschikbaarheid van gecertificeerd boomzaad staat echter onder druk, zo valt in het rapport te lezen. „Van een aantal soorten zien we dat de beschikbaarheid wel een knelpunt is op basis van de huidige bronnen”, zegt Martijn Boosten, die namens Stichting Probos onderdeel van de werkgroep was.
Weer niet stuurbaar
Lammert Kragt van Staatsbosbeheer Zaad & Plantsoen zat ook in de werkgroep en is er juist van overtuigd dat er wel voldoende gecertificeerd, autochtoon zaad geoogst kan worden in de zaadgaarden van zijn organisatie. „Die potentie is er zeker wel, maar het weer heeft ook z’n invloed en dat kunnen we niet bedienen. Daarnaast financiert Staatsbosbeheer zijn zaadgaarden uit eigen middelen. Als er meer vraag van kwekers was, had er ook meer gezaaid kunnen worden.”
Hoe kan de groei van het aantal zaadgaarden worden bekostigd, en door wie moet dat gebeuren? En welke rol speelt de Rassenlijst Bomen nu precies in deze plannen? Lees het artikel nu in De Boomkwekerij 25.
Lees voor dit, en meer over ideeën om meer kwekers bij de plannen te betrekken dit artikel in ons digitale magazine via mijnboomkwekerij.nl
Geen abonnement? Bekijk hier de mogelijkheden of bel 071-5659644.
